De Gids. Jaargang 91(1927)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 146] [p. 146] Gedichten. Kwatrijnen. Een lang beleg heeft allen afgemat, De dood bewaakte ook het smalste pad. Alleen een zanger waagt zich ongedeerd Ver uit de poorten der verdoemde stad. God liet ons zorgeloos op aarde achter. Geen engel hield hij over ons tot wachter. Van dit verwijderd en onvruchtbaar oord Werd eindelijk de dood hebzuchtig pachter. [pagina 147] [p. 147] Het Hart. Eenmaal ontbloeide in het blinkend Eden Een wild, edel gewas, het vurig hart, En zóó snel is zijn fonkeling voortgeschreden, Gods verste sterren heeft het uitgetart. Daarna, door een blind duister overvallen Zonk het terug, neerslachtig uitgedord. Vreemd ritselt het wanneer een van ons allen Het zich herinnert en waanzinnig wordt. Anthonie Donker. Vorige Volgende