De Gids. Jaargang 89
(1925)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 123]
| |
T.G. Masaryk's mémoires.Ga naar voetnoot1)De oorlogsmémoires van president Masaryk, deze zomer onder de titel ‘de Wereldrevolutie’ in verschillende talen verschenen, behoren tot de allerbelangrijkste literatuur over de jongste geschiedenis der mensheid. Zij bevatten het relaas van een doelbewuste politieke arbeid, welke een beslissende invloed heeft gehad op de destruktie der Habsburgse monarchie en de vorming van nieuwe staten. Deze arbeid was voorbereid en werd begeleid door een voortdurend nadenken over richting en zin der historiese ontwikkeling; vandaar dat ook in deze mémoires naast de praktijk van het politieke leven de filosofie der geschiedenis een belangrijke plaats inneemt. Wie Masaryk's vroegere geschriften kent, zal in dit jongste werk veel bekends terugvinden, maar een zo volledige, heldere synthese had hij nog niet gegeven; en in hogere mate dan welk ander zijner boeken ook, imponeren ons deze mémoires door de rustige gelijkmatigheid van stijl en uiteenzetting en door de harmoniese bouw van het geheel. Het was geen gemakkelike taak, de leidende personen en de publieke opinie der entente-landen te overtuigen van de gegrondheid der aanspraken van Tsjechen en Slovaken op een zelfstandig bestaan en van de degeneratie der Oostenrijks-Hongaarse monarchie. Bij zijn voorafgaande politieke arbeid in het vaderland had Masaryk lange tijd, evenals in een vroegere periode Palacky, een hervorming der monarchie in federalistiese geest voor mogelik en gewenst gehouden. Maar | |
[pagina 124]
| |
allengs had hij zich overtuigd van de minderwaardigheid en verdorvenheid van het Habsburger regime, dat niet in staat zou wezen de dualistiese monarchie te herscheppen in een zedelik hoger soort van staat, waar elk volk gelijke rechten en zelfbestuur zou genieten. Toen de wereldoorlog uitbrak, bleek sterker dan tevoren, hoe de Donaumonarchie door haar innerlike zwakheid tot een vasal van Duitsland was geworden en hoe een overwinning der centralen een belangrijke schrede zou zijn op de weg naar Duitse wereldhegemonie, naar het Berlijn-Bagdad-ideaal. En Masaryk ziet de gewenste en noodzakelike ontwikkeling der wereld in de lijnrecht daaraan tegengestelde richting: geen werelddiktatuur, maar werelddemokratie, geen beheersende en beheerste volken, maar volken met gelijke vrijheid en gelijke ontwikkelings-voorwaarden. Wat Duitsland en Oostenrijk nastreven, dat is een groot onrecht, en geweldpleging is hun middel. Tegen een dergelijke verkrachting van de natuurlike rechten van volken en mensen - en ook van de historiese rechten van Bohemen en andere landen - is verweer geoorloofd, ja zelfs nodig, wil men de hoop op een gezonde toekomst niet opgeven. Deze gedachten van Masaryk behoeven tans voor de meesten onzer geen nadere toelichting of verdediging, maar in de jaren 1914 en '15 was er veel arbeid en beleid nodig, om in de Westeuropese wereld de nodige kennis te verbreiden omtrent het Tsjechiese volk, waarvan men buiten Oostenrijk-Hongarije zo goed als niets wist (van de Slovaken wist men, niettegenstaande Seton Watson's ‘Racial problems in Hungary’, nog minder) en omtrent de Donaumonarchie, welker nationaliteitsproblemen men in het algemeen slechts van horen zeggen kende. De verafgelegen monarchie genoot in het westen bij velen een zekere sympathie, in tegenstelling tot Duitsland, waarmee men in nauwere aanraking kwam; maar die sympathie was niet gebaseerd op haar goede kwaliteiten, doch op onkunde van haar zwakheden en daaruit voortvloeiende scandaleuze feiten (Agramer proces enz.). Wanneer het Masaryk gelukt is, aan de regeringen der entente-landen zijn eigen visie van het midden-Europese probleem te suggereren, dan heeft hij dat voor een deel te danken aan zijn Tsjechoslovaakse en andere medewerkers (wij noemen slechts: Beneš, SŠtefánik, Seton-Watson) en aan de lange duur van | |
[pagina 125]
| |
de oorlog, die een propaganda van enige jaren mogelik en noodzakelik maakte. Ook Wenen hielp mee, door vele Tsjechen tot martelaren te maken, en gelukkig was het mogelik, voortdurend met Praag in voeling te blijven. Maar in de allereerste plaats is het Masaryk zelf geweest, die de publieke opinie wist te beïnvloeden en te leiden. Hij bezat daarvoor alle eigenschappen: takt en mensekennis, onverschrokkenheid, een verbazingwekkende kennis van de kuituur en de geest der verschillende volken (men leze in zijn mémoires de hoofdstukken, gewijd aan Franse, Engelse, Amerikaanse literatuur als kenbron van de volksaard!), en vooral: een volkomen rechtschapenheid. Minder medewerking dan in Frankrijk, Engeland en Italië ondervond de Tsjechiese vrijheidsbeweging bij de regering van het tsaristiese Rusland, niettegenstaande de sterke Russiese sympathieën bij zovele soldaten en offisieren, die, vrijwillig of onvrijwillig, in Russiese gevangenschap geraakten, en de persoonlike vriendschapsbanden, die zich tussen Russen en Tsjechoslovaken vormden. De Russiese regering echter voerde geen scherp-omlijnde, op eerlike sympathie berustende Tsjechiese of Slaviese politiek. Wanneer zij in verschillende perioden der historie de Balkanslaven heeft gesteund, dan deed zij dat, omdat dezen Grieks-orthodox waren; voor de Kroaten, die één taal spreken met de Serven, heeft zij zich nooit warm gemaakt, ook niet in de om Servië aangevangen wereldoorlog. Orthodoxie en autokratie waren haar heiliger dan Slavendom, en tegenover het Tsjechiese volk met zijn demokratiese neigingen en zijn Europese kuituur nam zij een gereserveerde houding aan, evenals tegen de Polen, die zij vóór de oorlog systematies had gekleineerd. Eerst na de val van het keizerschap, Maart 1917, wordt, zij het ook niet zonder moeilikheden, de systematiese organisatie der Tsjechoslovaakse legioenen mogelik. Masaryk zelf, uit Engeland overgekomen, heeft de opperleiding; de vorming van een eigen, nationaal legercorps en de militaire aktie aan de zijde der entente-troepen beschouwde hij terecht als het overtuigendste bewijs van de juistheid zijner eigen inzichten en van het prestatievermogen en de vrijheidsidealen zijns volks. Tsjechoslovaakse troepen streden ook aan het Franse en Italiaanse front, maar nergens waren zij zo talrijk en nergens is het hun | |
[pagina 126]
| |
beschoren geweest een zo belangrijke rol te spelen als in Rusland. Het verloop der Russiese revolutie heeft de uitvoering van het oorspronkelike plan: deze legioenen naar Frankrijk te transporteren en ze daar tegen de centralen te laten strijden - onmogelik gemaakt, maar de grote aktiviteit, die zij hebben ontwikkeld in oost-Europees-Rusland en Siberië, heeft de ogen der gehele wereld op hen gevestigd. Geen ander feit heeft er in zulk een mate toe bijgedragen, om het Tsjechoslovaakse volk een grotere bekendheid en een zekere populariteit te verlenen. Hierdoor werd Masaryk's arbeid in Amerika (waarheen hij in de lente van 1918 via Japan gereisd was) vergemakkelikt. In Amerika speelt het laatste bedrijf van de buitenlandse aktie der Tsjechoslovaken: Masaryk wist president Wilson voor zijn ideën te winnen; daardoor was het lot van Oostenrijk-Hongarije beslist en de vorming van de Tsjechoslovaakse staat verzekerd. Voor Masaryk is de wereldoorlog meer dan een beslechting van internationale kwesties, die om verschillende oorzaken akuut waren geworden; deze oorlog is voor hem een episode uit de strijd tussen de te gronde gaande theokratie en absolutisme enerzijds en de moderne demokratie anderzijds, aan welke volgens hem de toekomst toebehoort. De demokratie, die berust op humaniteit, d.w.z. liefde, respekt voor de naaste, streeft naar gelijke ontwikkelingsmogelikheden voor ieder - ‘geen nivellering, maar qualificering’ -, en wat in het maatschappelike voor de inidividuën geldt, dat geldt in het internationale voor de naties. De moderne demokratie veronderstelt een beschavingspeil, hoog genoeg om de mens zijn verantwoordelikheid voor zichzelf en het algemeen te doen dragen. Renaissance en hervorming hebben de demokratie voorbereid. In de moderne tijd voert de geestelike en zedelike emancipatie van het individu veelal tot titanisme en daardoor tot isolement; dat is de ziekte van onze tijd, die niet eerst door de oorlog geschapen is; reeds voor bijna een halve eeuw heeft Masaryk aan deze ziekte zijn boek over de zelfmoord gewijd en sedert is hij herhaaldelik er op teruggekomen. Deze ziekte zal voorbijgaan, al kunnen wij ook haar verloop niet vooruitzien. De humaniteit echter, die een natuurlik attribuut van elke normale mens is, zal de demokratie tot grotere volmaaktheid brengen. De teruggang der autoriteit van Rome | |
[pagina 127]
| |
gaat niet samen met een achteruitgang van het religieuze leven; het dogma moge verdwijnen, het ethiese element in mens en maatschappij wordt daardoor eer gesterkt dan verzwakt. Bezield door dergelijke idealen, begon Masaryk zijn strijd tegen Oostenrijk en Duitsland. Hij zou die niet begonnen zijn, als hij niet overtuigd was geweest van het vermogen zijns volks - het volk van Hus en Comenius -, om de weelde der demokratie te dragen. Het hoge ontwikkelingspeil van het Tsjechiese volk is te danken aan de arbeid van zijn intellektuële voormannen der negentiende eeuw, voor een groot deel aan Masaryk zelf, en de politieke demokratie is hier te meer verwezenlikbaar door de demokratiese struktuur der samenleving: geen of bijna geen adel, - intellektuëel, industriëel, boer, arbeider, zij staan onnoemelik veel dichter bij elkaar, kennen en begrijpen elkaar veel beter dan in onze wereld van sterke standsdifferentiëring; de zgn. hogere kringen mogen in de ogen van de westerling veelal een tekort aan uiterlike beschavingsvormen hebben, de algemene ontwikkeling, ook van boer en arbeider, staat op een hoog peil. Grote moeilikheden spruiten echter voort uit de vereniging met Slovakije. Deze was noodzakelik om verschillende redenen: het Slovaakse volk, dat in Hongarije veroordeeld was tot de rol van een rechtloze, minderwaardige natie, moest worden losgemaakt van zijn overheersers, - het geheel onvoldoende aantal eigen intellektuële werkers maakte een zelfstandig bestaan van Slovakije onmogelijk, - met de Tsjechen verbonden het eeuwenoude, nooit afgebroken kulturele banden; tot 1780 schreef ieder niet-analfabete Slovaak Tsjechies, de moderne Slovaakse schrijftaal ontstond in het midden der negentiende eeuw en is slechts een weinig afwijkende variant van de Tsjechiese. Het spreekt evenwel van zelf, dat het weinig ontwikkelde Slovaakse volk in een scherpe tegenstelling staat tot de Tsjechen, - te meer nog, daar de Slovaken grotendeels getrouwe, gehoorzame Katholieken zijn. De traditie van Hussitisme en Tsjechiese Broeders en daarnaast de afwijzende houding tegenover het ultramontaanse, Habsburgse Wenen doen honderdduizenden Tsjechen, die totnogtoe in naam Katholiek waren, uit de Roomse kerk treden; daarginds echter, in Slovakije, vindt de Roomse theokratie een vruchtbare | |
[pagina 128]
| |
bodem voor haar aktie tegen de gelijkstelling der kerken, tegen de scheiding van kerk en staat. En deze toch is een der logiese voortzettingen van Masaryk's beschavings- en bevrijdingsarbeid en een natuurlik voortvloeisel der demokratie. ‘Door de scheiding van kerk en staat moeten de kerken en hun godsdienst van de staat onafhankelik zijn, en de staat moet onafhankelik zijn van de kerken. Godsdienst moet een zaak van vrije overtuiging zijn. Onder het Oostenrijkse regime steunde de kerk op het politiegezag van de staat, de officiële godsdienst was voorgeschreven voor ambtenaren enz.; daaronder leed de kerk, zij steunde meer op de politie dan op haar leer en het godsdienstig leven. Evenzo leed de staat, door op de kerk te steunen en niet op zichzelf en haar eigen waardij. De leus: ver-ont-Oostenrijking betekent in de eerste plaats de scheiding van staat en kerk’. Dit citaat ontleen ik aan het voorlaatste hoofdstuk van Masaryk's mémoires; het verplaatst ons midden in de strijd met Rome, die tans, na de Hus-herdenking van deze zomer en de terugroeping van de pauselike nuntius in een akuut stadium verkeert. Deze strijd was te verwachten. Masaryk's bevrijdingsaktie was meer dan een politiek bedrijf, het was de strijd om een wereldbeschouwing, de strijd voor geestelike vrijheid en tegen autoriteitsdwang. Deze strijd wordt in het heden en de toekomst voortgezet; hoe hij zal verlopen, weten wij niet. Als president ener demokratiese republiek moet en zal Masaryk zijn politiek ondergeschikt maken aan de volkswil, zoals die zich uit in de verkiezingen. Maar niet zonder resultaat heeft hij tientallen van jaren opvoedend en bevrijdend gearbeid; zijn idealen, neergelegd in zijn geschriften en op suggestieve wijze samengevat in het laatste gedeelte van ‘de Wereldrevolutie’, zijn het gemeengoed geworden van een groot deel der Tsjechoslovaakse natie en zullen ook in de toekomst van grote invloed zijn op de verdere ontwikkeling van de staat.
N. van Wijk. |
|