De Gids. Jaargang 88(1924)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 311] [p. 311] Verzen. I. Een vlam, die door het venster sloeg te onverwachts, te middernacht; een ziel die radeloos antwoord vroeg aan slaper die te lang bedacht, die woelde in zijn zwaren droom en wetend wat hem werd gevraagd verblind zich hief en 't raam aanzag; daar schemerde de nieuwe dag, en de uren waren al vergaan sinds hij geraakt werd van die vlam, die zich weer keerde en afscheid nam gelijk zij kwam. En die zal keeren en zal gaan tot er geen dag is en geen nacht, en die zal komen onverwacht tot hij met haar zal gaan. [pagina 312] [p. 312] II. Hebt gij gezien met uw eigen oogen de heilige golven van die zee, gelegen achter de regenbogen en zonder stranden of vaste ree. En als gij waart op dat duister water zwervende, zwevende, onbekend, zeg mij dan hoe gij nu en later die weg daarheen in den nacht herkent. Want van alle rust in droom en leven heb ik geen vrede te wachten meer; sinds ik de stormen heb mogen beleven van die wateren heb ik geen vrede meer. ‘Ik vroeg geen weg, maar ik sloot mijn oogen en blindelings voer ik de nachten in alwaar de winden met mij bewogen, en de stilten bliezen mij adem in; en ik daalde en rees tot mij de koude deed huiveren, en de morgenlucht, opdat ik hier weer ontwaken zoude en u antwoorden die naar die wereld zucht.’ Maar gij hebt behouden in uwe oogen de glans van water en regenbogen. ‘En ik heb ook behouden in mijn hart de golfslag dier zee als een donkere smart.’ Maar gij hebt ook bewaard in al uw leden dit bewegen als ginds de golven deden. [pagina 313] [p. 313] ‘En als ik mij zoo als een golf beweeg is voor mijn hart deze wereld leeg.’ Maar als gij danst is de wereld niet dan voor ons een bewegend en levend lied? ‘En als gij mij zoo verloren ziet weet gij dan uw weg naar die wereld niet?’ J.W.F. Werumeus Buning. Vorige Volgende