schande en het nadeel der politieke stremming van heden.’
Zijn het er velen die zulke stem verontrustte? Het hadden er duizenden moeten zijn, en van hun getuigenis had het land moeten daveren. Waar is de politieke belangstelling van 1866, van 1894 nog, gebleven? Zijn wij verschrompeld tot politieke crétins?
Indien de mededeeling van gisteren ons de kaak niet roodverft van schaamte, is het inderdaad ver met ons gekomen.
‘De Koningin heeft door bemiddeling van de heeren mgr. W.H. Nolens, mr. V.H. Rutgers en mr. J. Schokking aan de rechterzijde in de Tweede Kamer opdracht gegeven tot vorming van een kabinet.
De rechterzijde dus formateur. Wat is de rechterzijde? Is het het plenum der voor de gelegenheid te vereenigen roomsch-katholieke, antirevolutionnaire en christelijk-historische Kamergroepen, al of niet met den eenling Ds. Kersten er bij? Zal dat plenum bij meerderheid de candidaat-ministers noemen? Welke is vooraf, welke vervolgens de functie der ‘bemiddelaars’? Geven zij enkel de opdracht door? (ieder aan zijn groep, of gedrieën aan de vereenigde rechterzijde?) of zullen zij aanspraak maken op een recht van advies of voordracht? Zenden zij, nadat de ‘rechterzijde’ de ‘opdracht’ vervuld heeft, de gevormde lijst enkel aan de Kroon door, of verblijft hun een recht van nakeur of bevestiging? Of beduidt de fraze dat de drie prinsen Carnaval eigenlijk reeds in eigen doorluchtigheid de rechterzijde verbeelden en dus in wezen samen de formateurs zijn? Voor zoover hun de vrijheid er toe zal worden gelaten door de power behind their throne, den heer Colijn?
En de kleinigheid - de opstelling van het program? Daarover werden, in het stadium-Koolen, de heeren Nolens en Rutgers het niet eens. Men moet aannemen dat zij nu elkander genaderd zijn, of naderen zullen. Bindt dit al dan niet de volgelingen?
In 1922 hebben dezelfde koningen van Yvetot gemeend voor de schare te mogen handelen en teekenen, en het is hun opgebroken. Hoe ver zullen zij thans durven gaan?
Indien er een kabinet tot stand komt, zal het toch altijd een lichtschuwe transactie wezen, waaraan het zijn leven dankt. Immers de uitvoering der ‘opdracht’ naar de letter voert ons