Belgische pers, toon waarvan de uitlatingen van Belgische regeeringspersonen een zwakke herhaling, maar dan toch een herhaling vormen, en de verrichtingen of oogluikingen der Belgische bevelvoerders in het Rijnland. En niemand schijnt te Brussel moed te vatten, hen van contrarie bevelen van genoegzame duidelijkheid en kracht te voorzien.
Wat Frankrijk betreft, dit laat zijn booze hoop ten opzichte van Rijn en Roer onmiskenbaar uitschijnen, en durft toch niet toetasten nu het doel iets dichter dan vroeger binnen de mogelijkheid van bereik ligt. Zijn maatregelen zijn mephistophelisch van aard, maar zij zijn het niet genoeg om doel te treffen. Past eindelijk niet eens Poincaré de woorden
Nichts Abgeschmackters find' ich auf der Welt
Als einen Teufel, der verzweifelt
op zijne Rijnstaatkunde toe? Laat hij het na, het is te vreezen dat aanhoudend meer anderen het zullen doen, ten slotte ook in Frankrijk zelf.
Duitschland in stukken te laten vallen en van Duitschland te trekken sluit elkander uit. Hoe lang zal Frankrijk de bewuste keus tusschen deze twee nog kunnen uitstellen?
Dat, onder Coolidge, Amerika werkelijk doen gaat waartoe het onder Harding weer begon te neigen, is heuglijk en heeft onmiddellijk invloed op Poincaré gehad. Voor Frankrijks volstrekte isolement schrikt hij terug. Bij elk gemeenschappelijk overleg dat dien naam verdient zal hij offers moeten brengen. Men spare ze hem niet, in de zekerheid dat hij het alternatief
Muss wieder recht den Teufel spielen
voor de tweede maal zelf niet aandurft. In Januari '23 liet men het hem doen, en wat heeft het Frankrijk gebaat? Niets hoegenaamd; het heeft alleen Duitschland dusdanig in de neêr gebracht, dat de omstanders zich aan de problemen, welke zijn geheele ontbinding aan de wereld zou stellen, niet langer kunnen noch willen onttrekken.
Duitschland kan, als het streng doch redelijk behandeld wordt, wellicht nog thans uit zijn stuipen worden verlost. Zonder uitbranding der smet in zijn midden blijft heel Europa