afloope, het nationale karakter van het andere werk in gevaar moet stellen. Men had thans zoo gaarne geadviseerd, de handen inéén te slaan. Het mag niet. Elke in October 1923 doorgedreven vlootwet, maar deze in het bijzonder, is een te ernstige fout.
De Gids heeft dit meermalen en op onderscheiden wijs willen doen opmerken, en zoo dit voor het oogenblik zonder gevolg mocht blijven, en de neuzen der edelgrootachtbaren reeds geteld zijn - het zal haar nimmer berouwen, haar lezers te hebben uitgenoodigd, verder te zien dan hun eigene lang waren.
Men moge voor den heer de Geer een krachtiger minister van financiën hebben ingeruild, het is er een die nimmer zoo zuiver kan staan als hij. Het besef hiervan werpt voor ons over dit eerste optreden van den heer Colijn een zeer donkere schaduw. Hoeveel wellicht van hem te wachten ware geweest, allereerst zal men zich tegen de regeering waarvan hij deel uitmaakt, en dus ook tegen hem, hardnekkig moeten verzetten. Hij mede heeft zich vastgemaakt aan een wetsontwerp waarvan de behandelng in de bestaande omstandigheden in ieder geval onredelijk is, maar dat bovendien in zichzelf verouderd blijkt en voor de toekomst van Indische financiën en Indische defensie gelijkelijk een gevaar. De linkerzijde schrome het oordeel der nakomelingschap niet, zoo zij weigert, voor het door den heer Colijn aangegaan obligo op zich te laten trekken. Ook zoodanigen van links, die niets liever gewenscht hadden dan hem in zuiveringswerk dat dien naam verdienen zou te mogen bijstaan, zal hij in October vierkant tegen zich vinden. Hetgeen veel bederven kan voor later. Niet wij hebben het gewild.
C.