De Gids. Jaargang 87(1923)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 378] [p. 378] Zon en aarde. Zooals 't in bergen wijkt van 't noordlijk dal, Had zonlicht mij verlaten vóór den tijd, Maar warmte bleef trots kou in mij verbreid, Als in het dal de gloed na d'avondval. Het vruchtbaar dal heeft zonnevuur bewaard, Schoon d' avondkou den dag te vroeg verving; Zoo heeft, opdat ik trouw zijn schoon bezing, Het wereldvuur zijn vloed in mij vergaard, Zoodat ik bij het springen van zijn wel Het met mijn liederen het eerst begroet. Vol ben ik als het dal van zonnegloed: Liedren ontluik' als bloemen in de del, En kleurig spieglen zij de vuurge bron, Die uit de aarde eeuwge glorie won. H. Moulijn - Haitsma Mulier. Vorige Volgende