tekst in moet komen) om het titel-opschrift heen, slingeren zich twee dolfijnen, die den handel schijnen voor te stellen. Het letterschrift zelf is duidelijk sprekend. Alleen is van ‘gevestigd 1777’ het woord gevestigd te grillig geteekend en moeilijk te lezen, wat een fout is.
De kleuren zijn dof gehouden en toch rijk. Hoofdtinten zijn Indisch rood en gedempt zwart, op een lichtgrijzen fond. Accenten van kobaltblauw, goud en wit wemelen daar aangenaam door heen.
Er ligt in heel dit werkstuk iets kinderlijks en nochtans is het geraffineerd. De plans werden opzettelijk niet stijf aansluitend gemaakt maar spelend los tegen elkaar gezet, hetgeen aan de luchtigheid van het toch mooi gebonden patroon ten goede komt. Totaaleffect streng, metterdaad voornaam, niet zonder iets vroolijks.
Het mag ondersteld worden, dat degenen, die dit getuigschrift in de hand krijgen, het in den beginne wel eens niet zoo erg mooi zullen vinden. De algemeene smaak is nu eenmaal door prulkunst te zeer bedorven. Maar wanneer het eenmaal op zijn plaats van bestemming is gekomen en tegen den muur hangt, zal het op den duur gewaardeerd worden, dat hier geen schreeuwende prent, of iets dat men eigenlijk op de hand behoort te zien, of een plaat die een gat in den muur slaat, gegeven wordt.
Men zal er dan de welbegrepen, zinrijke versiering van den wand in gaan zien. En zoo moge het bij velen op den duur den smaak veredelen en vreugde wekken.
Jan Veth.