De Gids. Jaargang 85
(1921)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 513]
| |
Buitenlandsch overzicht.28 November 1921.Tot dusver zijn de berichten uit Washington weinig bevredigend. Amerika schijnt opnieuw in zijne taak te kort te schieten. Nog altijd heeft het het wapen der schuldvorderingen tegen de geallieerden, dat Wilson te Parijs niet wist te hanteeren, in zijne hand, en daarmede het middel, om de Europeesche mogendheden tot redelijkheid te dwingen; tot het inleiden der ‘good-natured affair’, die Keynes zoo vroeg voorstond, en die nog maar steeds niet op gang is gebracht; tot de ‘act of generosity for which Europe can fairly ask, provided Europe is making an honourable attempt in other directions, not to continue war, economic or otherwise, but to achieve the economic reconstitution of the whole Continent’Ga naar voetnoot1). Om werkelijk indrukwekkend te zijn, had het voorstel van Hughes ook deze aangelegenheid moeten omvatten. Mag men niet zelfs vragen, of niet de opzet zelf der conferentie een andere had behooren te wezen? De ontwapening ter zee en die te land; deze beide samen en Europa's herstel, hangen zóó nauw aanéén, dat men niets wezenlijks kan bereiken dan door allen in conferentie te vereenigen, van wier medewerking de uitkomst afhangt. Ook Sowjet-Rusland: maar dit zou vermoedelijk niet zijn verschenen. Duitschland echter zou zeker zijn verschenen, indien het ware uitgenoodigd. Maar toen de uitnoodigingen werden verzonden, had Harding | |
[pagina 514]
| |
den vrede met Duitschland nog niet geteekend! Dan is die vrede veel te laat, of de conferentie te vroeg gekomen. Frankrijk zou, indien Duitschland ware uitgenoodigd, medewerking hebben geweigerd? Het zou dit tegenover zijn eigen belastingbetalers niet hebben kùnnen doen, als maar zeker hadde gestaan, dat te Washington over de financieele toekomst van Frankrijk zoo goed als van ieder ander zou worden beslist. Frankrijk kan buitengewone hulp tot zijn herstel niet missen, en Duitschland is tot het inzicht bekeerd dat het zich, hoe dan ook, aanzienlijke offers tot dit herstel zal moeten getroosten. Dit gegeven tot ontspanning is in de omstandigheden zelf aanwezig; het bleef zich openbaren nog nà de beslissing over Opper-Silezië; het komt er op aan, dat een krachtig en tevens welwillend bemiddelaar er uit te voorschijn dwingt wat het inhoudt. Die bemiddelaar had Amerika kunnen zijn, dat immers door eigen beslissing de financieele toekomst der Europeesche ex-oorlogvoerenden van beide zijden voor een zoo aanzienlijk deel in de hand heeft. Het herstel van Europa - wil Amerika dat? Het schijnt dat het niet scherp genoeg het onderling verband der wereldbelangen heeft ingezien; te uitsluitend aan zijn eigene heeft gedacht. De toekomst zou kunnen leeren dat het blijvend verval van Europa een groot nadeel gaat beteekenen voor Amerika zelf. Europa is diep schuldig en diep vernederd; - het herbergt dan toch nog altijd eene bevolking wier geestelijke en materieele voortbrengingskracht niet te eenemaal zou kunnen verdwijnen zonder eene leegte te laten die niet Amerika alleen zou kunnen vullen. Het zou met problemen te maken krijgen die nu reeds in zijn horizon moesten liggen: met een Stille Zuidzee-vraagstuk (om daarmede te beginnen) nog veel dreigender dan het nu is. Het zou den toekomstigen hoofdrepresentant van het blanke ras kunnen opbreken, zijne familie tot armoede en machteloosheid te hebben laten verzinken. De rede van Briand heeft, in het Amerikaansche milieu, gedetoneerd. Maar was een oogenblik te verwachten dat hij er niet een dergelijke zou uitspreken? Dáárvoor ging hij! Kende dan Amerika het onbehagen van Frankrijk niet, sedert | |
[pagina 515]
| |
het dag aan dag de gevolgen ondervinden moet van een bravour-tractaat dat het heeft durven afdwingen in vertrouwen op Amerika's bescherming, een vertrouwen door den Senaat beschaamd? Men weet het toch uit het boek van Tardieu, dat het Wilson zelf is geweest die de alliantie heeft aangboden, toen hij deze als het eenig middel beschouwde om Frankrijk van zijn eisch tot afscheuring van den ganschen linker-Rijnoever van Duitschland te doen afzien; - 12 Maart 1919 laatste Fransche project: ‘la frontière occidentale de l'Allemagne est fixée au Rhin’; 14 Maart: aanbod, door Wilson, van het drievoudig verdedigend verbondGa naar voetnoot1). Een Amerika, dat de ongevraagde, lichtvaardig gegeven belofte niet heeft ingelost, mag zich niet verbazen daarvan, ook op het ongelegenste oogenblik, de gevolgen te ondervinden. Te land ontwapen ik niet, zegt Frankrijk, tenzij gij mij alsnog de garantie verschaft waarvan gij mij het denkbeeld zelf hebt ingegeven. De beste garantie, geven de anderen te verstaan, is de gebleken belangstelling der wereld in uw behoud; een belangstelling die gij verliezen zult, door op uwe beurt een imperialistische staatkunde te gaan voeren. Een voortreffelijk antwoord - als het gegeven ware in 1919! Thans echter is anders dan zulk een antwoord noodig. Die het tractaat van Versailles en zijn onvermijdelijke gevolgen buiten het programma laat, en evenwel tot een wereldconferentie Frankrijk uitnoodigt, weet voortaan wat hij te wachten heeft.
Kan een Amerika, dat het Europeesche vraagstuk ter zijde laat, in zijn ontwapenings-opzet slagen? De schijn der eerste dagen was bedriegelijk. Een algemeene rhetorische instemming werd mogelijk gemaakt door de opschortende voorwaarde, dat men het eerst over de Stille Zuidzee-vraagstukken eens zou moeten zijn geworden eer er iets zou gelden. Het ware dan bescheidener geweest, maar eerst met deze te beginnen. En daartoe stond niemand gereed, ook Hughes niet, zoodat op de wat goedkoope drukte | |
[pagina 516]
| |
van het eerste uur, dagen van groote matheid volgden. Het eerste zakelijke voorstel te doen, heeft men aan China overgelaten. Wat China gaarne zou willen, is geen geheim: het zou niet slechts van de belagers van open deur en integriteit, maar bovendien van de niet-Chineesche verdedigers van beide, liefst af willen wezen. Dat blijft vrome wensch. Alleen, staat het Japan niet te weer: zie wat er gebeurd is, toen tijdens den wereldoorlog niemand naar het Verre Oosten om kon zien. En de anderen - doen niets voor niets. De Chineesche financiën vrij geven? Wat zou China er zelf van terecht brengen? Wat brengt het tegenwoordig van zijn inkomsten terecht, voor zoover die niet door Westerlingen worden beheerd? De Oost-Aziatische moeilijkheid ontstaat niet primair door de baatzucht van niet-Chineezen, maar door de zwakte, de innerlijke verdeeldheid van het Chineesche rijk zelf. Het Chineesche voorstel heeft dan ook tot onmiddellijk gevolg gehad, dat het de beschermers bijeendreef, die geneigd bleken het voor elkanders belangen op te nemen. Intusschen zwijgt Japan. Engeland zou, met een simpele opzegging, over een jaar van het verbond met Japan af zijn; - het spreekt dat korte en eenvoudige woord niet uit, wel wetende welke lange en verwikkelde gevolgen er aan verbonden zouden zijn. Engeland voelt dat het dan in de oogen der wereld tot den rang van satelliet der Amerikaansche staatkunde zou zijn afgegleden. Die van Engeland is, uit het verbond van twee, een Stille Zuidzee-overeenkomst tusschen drie te maken, die Engeland zelf medebeslissenden factor, zoo het kan, opperbeslisser laat blijven. De voorgeslagen en in beginsel aangenomen sterkteverhouding der vloten staat dit doel niet in den weg. Japan blijft sterk genoeg, om zeker te zijn dat het niet roekeloos zal worden aangevallen, en kan niet zóó sterk worden, dat het de goede gezindheid van Engeland niet meer zou behoeven. Als einduitkomst zou de verhouding die men heeft voorgeslagen, niet zoo onaannemelijk zijn; en zij getuigt, voor het als zeemacht jonge en ijverzuchtige, nog in geen zeeoorlog beproefde Amerika, van een wijzen zin tot matiging. Maar, niet verwerpelijk als doel, is Hughes' denkbeeld verkeerdelijk uitgestald als middel. De oplossing der Stille Zuidzee-vraagstukken kon niet met tooneelwerk, maar | |
[pagina 517]
| |
moest met een nuchter overwegen der Stille Zuidzee-realiteiten beginnen, waaronder er zijn van zoo gruwelijken ernst als het tekort aan levenslucht voor Japan, en de ellendige onmacht van een China, dat zijn (nù en dáárom) te veel aan bezit niet kan beheeren. Thans zal die nuchtere overweging binnenskamers zijn gevolgd, maar eenig woord, dat bevredigende uitkomst doet voorzien, is in openbare zitting nog niet gesproken. Nog niets positiefs dus; - en nu de wanklank van Briand. Het heeft er veel van, of de spelers te Washington met hun rol verlegen raken. Harding zoekt al toevlucht bij praat over een gentlemen's agreement. Alsof de wereld, die er door geregeerd moet worden, uit Eton boys bestond, van zóó uniformen snit van buis en geest, dat zij het stellen kan met een ongeschreven codex! Uiteengaan op een gentlemen's agreement beteekent, dat de conferentie te Washington zal zijn mislukt. C. |