De Gids. Jaargang 85
(1921)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 317]
| |
De beteekenis van den naam Celebes.I. Inleiding.Voor zoover mij bekend is, was WichmannGa naar eind1) de eerste, die een verklaring trachtte te geven van den oorsprong en de beteekenis van den naam Celebes. Zijn hypothese is, dat het Portugeesche bijvoeglijk naamwoord ‘celebre’Ga naar eind2) door den Engelschman Richard Hakluyt (1601) verkeerd begrepen en voor een volksnaam gebruikt werd. Noch deze, noch de hypothesen van FoyGa naar eind3) of SarasinGa naar eind4) hebben iets waarschijnlijks voor zich. Een schuchtere poging waagde laatstelijk nog G.P. RouffaerGa naar eind5). Ten einde een bespreekbare verklaringGa naar eind6) te vinden, heb ik getracht in de eerste plaats het ontstaan van den naam op te sporen. In tegenstelling met den ookGa naar eind7) door Foy gevolgden weg der bestudeeringGa naar eind8) van de oudste geschriften, werd daartoe een studie gemaakt der oudste kaarten van den Archipel; de raadpleging der oude literatuur ter zake bleek van secundair belang te zijn. Immers van de kaarten kent men de origineelen of authentieke en fotografische reproducties, doch bij de schriftelijke gegevens kan van primaire bronnen nauwelijks sprake zijn, daar hetgeen tot ons gekomen is veelal uit de tweede en derde hand is; vooral in de schrijfwijze van namen heeft dit vaak groote veranderingen doen ontstaan. Bovendien moet men wel de betrekkelijke exactheid erkennen der cartographische gegevens tegenover de betrekkelijke vaagheid der schriftelijke, welke laatste dan | |
[pagina 318]
| |
ook in dit opstel niet zullen worden behandeld. Wel zijn zij van belang voor de ontdekkingsgeschiedenis van het eiland Celebes, welke wij later eens hopen te behandelen, maar niet voor de wordingsgeschiedenis van zijn naam. | |
II. Cartographische gegevens betreffende Celebes uit de 16de eeuw.De oudste Europeesche kaart van den Oost-Indischen Archipel schijnt die van Francisco RodriguezGa naar eind9) te zijn, welke waarschijnlijk dateert van 1512Ga naar eind10), het jaar waarin de Portugeezen als eerste Europeanen (uit het westen) in de Molukken aankwamen. Tusschen deze eilanden en Borneo heeft Rodriguez op zijn kaart een groep eilanden geteekend, die vermoedelijk sommige der hooge gebergtereeksen van Celebes moeten weergeven, welke voor afzonderlijke eilanden werden aangezien. Op geen dezer eilanden komt een aardrijkskundige naam voorGa naar eind11). Alvorens nu, zooveel mogelijk in chronologische volgorde, de volgende kaarten te noemen, dient de opmerking vooraf te gaan dat in de 16de eeuw alleen de Portugeezen vasten voet in den Soenda-Archipel, met name in de Molukken, hadden. De Spanjaarden, die bij verschillende expedities (uit het oosten) in den Archipel kwamen, werden tot driemaal toe door de Portugeezen daaruit verdreven, waarbij hun tevens hunne cartographische en schriftelijke aanteekeningen werden ontnomen. Alleen van Portugeesche zijde hebben wij dus - vooral in de eerste helft der 16de eeuw - authentieke kaarten te verwachten. Doch door verschillende oorzaken, waaronder de aardbeving van Lissabon in 1755 en vervreemdingen in het begin der 19de eeuw de voornaamste zijn, valt tot heden als resultaat van het historisch cartographisch onderzoek te constateeren, dat er tusschen 1512 en 1554 (het jaar der nader te noemen kaart van Lopo Homen) een lacune bestaat in de oudste serie van authentieke Portugeesche kaarten van den Soenda-Archipel. EldersGa naar eind12) wezen wij daar uitvoerig op. Het wil ons voorkomen, dat in deze lacune geplaatst mogen worden twee ongedateerde en anonieme portulaniGa naar eind13), welke wij kortgeleden te FlorenceGa naar eind14) vonden. Dank zij de | |
[pagina 319]
| |
welwillendheid der Italiaansche conservators, konden wij beide documenten, naast elkaar gelegen, bestudeeren. Daarbij kwamen wij tot de overtuiging, dat deze portulani door denzelfden cartograaf en kort na elkaar vervaardigd moeten zijn geworden. De op perkament geteekende kaarten dragen duidelijk de kenmerken van keurigheid, zorgvuldigheid en warsheid van fantasie. Onbekende kustgedeelten zijn oningevuld gebleven; van grootere eilanden is alleen het kleine, reeds ontdekte stukje kust ingeteekend, maar dan ook zoo nauwkeurig mogelijk en niet meer dan strikt te verantwoorden was. Aan groote eilanden is geen eenheidsnaam gegeven, welken zij toen ook zeker niet hadden. Op deze en andere gronden, welker uiteenzetting ons hier te ver zou afleiden, gelooven wij met gerustheid de veronderstelling te mogen uiten, dat deze portulani afkomstig zijn van niemand minder dan van den sinds 1517 officiëelen cartograaf van Portugal, Lopo Homem. Als zoodanig vertegenwoordigen zij cartographische documenten van den eersten rang, in het bijzonder voor den Soenda-Archipel, uit een tijd dat de Portugeezen daar den specerijenhandel uitsluitend bezaten, en zij de kennis der land- en zeeweg-ontdekkingen, voor dien handel van belang evenzeer monopoliseerden. Deze omstandigheid moge ons verontschuldigen wanneer wij de verleiding niet weten te weerstaan een korte beschrijving te geven van de op den Archipel betrekking hebbende kaarten. Haar nut heeft deze beschrijving in zooverre zij doet uitkomen, hoe men door vergelijking met andere kaarten en aan de hand van schriftelijke berichten omtrent bepaalde ontdekkingen, waarvan het jaartal bekend is, op het spoor kan komen der jaren, uit welke deze kaarten afkomstig moeten wezen. Kaart 14 van de volledigsteGa naar eind15) der twee portulani omvat de Philippijnen, kaart 15 (= kaart 8 van het exemplaar Ricc. 1813) den Soenda-Archipel, kaart 16 het oostelijk deel daarvan en een deel van den Stillen Oceaan. Op kaart 15 komen van de groote Soenda-eilanden voor: Sumatra (zonder naam), Java (id. en zonder Z.-kust), Borneo (id. en zonder O.- en Z.-kust) met de ‘porto de borneo’Ga naar eind16), en een stukje der N.O. punt van Celebes met den naam (in rood) ‘Çelebes’. Zeer waarschijnlijk is daarmede de naam van het (klein | |
[pagina 320]
| |
veronderstelde) eiland bedoeld, aangezien bij de kaapnamen steeds C(abo) voor den naam staat en bijna alle kleine eilanden namen dragen; aan de groote zijn, zooals wij zagen, geen namen gegeven. De teekening van dit stukje kust van Celebes vestigt, in verband met de ontdekkingsgeschiedenis van dat eiland, de overtuiging dat men te doen heeft met de oudste, authentieke afbeelding van het eerste, zeer kleine gedeelte van dat grillig gevormde, groote Soenda-eiland, hetwelk de Portugeezen, vermoedelijk omstreeks 1532 of '33, leerden kennen op hunne in 1523 begonnen tochten van Ternate langs N. Celebes, N. Borneo en de ‘porto de borneo’ naar Malakka. En dat kleine gedeelte, wij zeiden het reeds, was de N.O. punt van Celebes. Tusschen die punt en ‘mindanao’ staan vele eilandjes zonder naam geteekend. Mindanao bevat op de kaarten 14, 15 en 16 (het duidelijkst op no. 16) de volgende mededeeling: ‘A qui ha muito ouro’ (hier is veel goud), welk bericht de Portugeesche gemoederen te Ternate sinds 1525 zeer sterk beroerd en tot verschillende ontdekkingspogingen gedurende een tiental jaren aanleiding gegeven heeft. Ten N. van Borneo ziet men alleen de Z.-kust van ‘Digusao’ (= Pelawan); vele eilandjes zijn aangegeven tusschen Borneo en Mindanao, nam. ‘taitaue’ in het Z., ‘Sollo’ (= Solor) in het midden en ‘taguimaa’ in het N. Ten O. van Java, waar ‘panaruca’ staat, volgt een serie kleine eilandjes: ‘bamcha’, ‘anJane’, dan twee lange, W.-O. gestrekte kustlijnen, de eerste o.a. met ‘simbaua’, de tweede in zijn N.O. punt met den naam ‘C. das froles.’ Wat meer naar het O. volgt ‘timor’ nog in driehoekigen vorm; dit eiland krijgt voor het eerst een beteren vorm op de nader te noemen kaart van Nicolas Desliens van 1541. Op kaart 16 ziet men nog ‘I: ds papuas’ en ten O. daarvan de eilandjes ‘de dō Jorge’ (1526-27). Nog verder naar het O. volgt een groep eilandjes: ‘Ilhas q̅ achou gomez de siqueira’ (1525-26), en ten N. daarvan een Z.-N. gestrekte rij eilandjes, genaamd ‘Ilhas das vellas’. Ten slotte dient opgemerkt, dat het hypothetische Zuidpoolland, hetwelk op de Fransche kaarten van 1540 tot 1550 zoo'n groote rol heeft gespeeld en waarmede Java en de kleine Soenda-eilanden verbonden werden, geheel ontbreekt. Waarlijk deze nauwgezette en kundige Portugees teekende op zijne kaarten slechts | |
[pagina 321]
| |
datgene wat ontdekt en opgenomenGa naar eind17) was. En zoo komen wij er toe, aan de hand der jaartallen uit de ontdekkingsgeschiedenis van dien tijd en door vergelijking met andere, nader te noemen standaard-kaarten uit die dagen, om het tijdstip van vervaardiging dezer twee portulani te stellen op ± 1535. KretschmerGa naar eind18) preciseerde niet nader dan: zeker vóór 1540. Als merkwaardigheid komt nu het feit op den voorgrond, dat deze twee portulani de oudste kaarten bevatten, waarop de naam ‘Çelebes’, hoogstwaarschijnlijk als naam voor het eiland en niet als die alleen voor zijn N.O. punt, voorkomt in een vorm welke, op de cédille na, volkomen met den tegenwoordigen overeenstemt. Gelukkig evenwel wordt de bovengenoemde lacune in de serie van authentieke Portugeesche kaarten uit de eerste helft der 16de eeuw, in welke serie wij ons gelukkig achten de fraaie portulani van Florence de hun toekomende plaats te hebben kunnen aanwijzen, verder eenigermate aangevuld door uit dien tijd dateerende Fransche kaarten, voornamelijk afkomstig uit de cartographische school van Dieppe. Deze dragen alle kenmerken uitstekende copiën te zijn der beste, verloren (althans tot heden onbekend gebleven) Portugeesche origineelenGa naar eind19). Zij mogen dan ook worden aangemerkt als mijlpalen langs den ontwikkelingsweg der cartographische kennisvermeerdering van den Soenda-Archipel in die eerste helft der 16de eeuw. Intusschen blijft het een onopgeloste vraag, op welke wijze de Fransche meesters het Portugeesche monopolie, in het bijzonder voor genoemden Archipel, hebben weten te verbreken. De oudste kaart dezer serie is de zoogen. Harleian-wereldkaartGa naar eind20), welke door Coote (loc. cit.) wordt toegeschreven aan Pierre Desceliers en gedateerd op c. 1536. Op deze kaart verschijnt (voor de eerste maal tengevolge van bijgefantaseerde kustgedeelten) een volledig eilandjeGa naar eind21), hetwelk evenwel niet anders dan het N.O. deel van Celebes moet voorstellen; bij de N.O. punt staat nu de naam: ‘C: des Sselebres’. Er zijn nog twee andere kaarten, waarop men de zelfde primitieve afbeelding van het noordoostelijk deel van Celebes aantreft, maar waarbij de N.W.-kust, welke op de Harleianwereldkaart slechts - zooals duidelijk te zien is - schema- | |
[pagina 322]
| |
tisch is bijgefantaseerd, niet geteekend staat. Deze kaarten komen voor in een anoniemen en ongedateerden atlasGa naar eind22), welke door Sir Frederic MaddenGa naar eind23) wordt toegeschreven aan een zekeren, overigens geheel onbekenden Pastoret of Pasterot, en gedateerd op 1587. Dit meesterwerk is niet van de Dieppe-school. Een vergelijkende studieGa naar eind24) der kaarten van dezen atlas met de nader te noemen wereldkaarten der meesters van Dieppe, Desliens en Desceliers, welke dateeren van c. 1536, 1541, 1546 en 1550, heeft ons de overtuiging geschonken, dat de cartographische kennis van het toenmaals bekende deel van den aardbol, neergelegd in bedoelden atlas, bereikt was in den tijd tusschen c. 1536 en 1541. Hoogstwaarschijnlijk werd deze atlas ook in dien tijd - zeg 1540Ga naar eind25) - vervaardigd. Op één der beide bedoelde kaarten van dezen atlas leest men duidelijk den naam ‘celebis’; op de andere zou men inplaats daarvan ook ‘celebre’ kunnen lezen, daar men de i zonder punt ook voor een r kan houden en de onduidelijke s voor een e. Voor beide kaarten blijft het onzeker, of met dezen naam dien van het eiland (voor zooverre toenmaals bekend geworden) wordt bedoeld of alleen dien van de N.O. kaap. De volgende wereldkaartenGa naar eind26) der Dieppe-serie zijn gedateerd en geteekend door Nicolas Desliens (1541) en Pierre Desceliers (1546 en 1550). Daarop is Celebes weder beter afgebeeld, zonder dat er veel verschil bestaat tusschen de drie kaarten, wat dit eiland betreft; de N.- en W.-kusten zijn nu in zeer ruwe trekken bekend geworden. Maar opmerkelijk is, dat het eiland zonder naam blijft en dat zij ook geen van driën een naam bevatten, welke op den tegenwoordigen gelijkt. Dit is wat de eerste helft der 16de eeuw voor ons doel heeft opgeleverd. Van de Portugeesche kaarten uit de tweede helft dier eeuw zijn de auteurs ten deele bekend, ten deele niet. De afbeelding van Celebes is slechts weinig beter dan op de kaarten van Desliens en Desceliers; alleen is de hypothetische O.-kust van deze Franschen bij de Portugeezen weggelaten. Wij vermelden kortelings hetgeen wij in dit opzicht vonden. Lopo HomemGa naar eind27), 1554, geen naam. | |
[pagina 323]
| |
Diogo HomemGa naar eind28) (zijn zoon?), 1558 (Londen): ‘P‧ dos selibres.’, of ‘çelibres.’; 1558 (?) (Parijs), geen naam; 1561: ‘celibes’ in de N.O. punt en nog eens ‘celibes’ bij de W.-kust, een weinig onder de linie (hierop komen wij nader terug); 1568, geen naam. Bij den vele kaarten geproduceerd hebbenden Diogo Homem moeten wij een oogenblik blijven stilstaan, want niet alleen noemt hij de N.O. punt afwisselend ‘selibres’ (met r) en ‘celibes’ (zonder r), maar bovendien schrijft hij op de kaart van 1561 den naam ‘celibes’ nog eens voor de tweede maal. En merken wij daarbij op, dat deze naam aan de W.-kust (onder de linie) in rood is geschreven en met grootere letter dan de andere (plaats- en kaap-)namen in zwart, doch even groot als de andere in rood geschreven namen van eilanden, dan is het duidelijk, dat Diogo Homem met dit tweede ‘celibes’ in 1561 den naam van het eiland Celebes bedoeld heeft. Bartholomeu VelhoGa naar eind29) geeft, in hetzelfde jaar 1561, het eiland met groote letters den naam ‘Celebres’, maar de N.O. punt blijft bij hem zonder naam. Lazaro LuizGa naar eind30), 1563, noemt het eiland ‘Ilha dos Celebres’. Fernao Vaz DouradoGa naar eind31), 1565, mij onbekend; 1568. (P dos?) ‘Selebres’; 1570, mij onbekend; 1571: ‘Pa dos Selebres’ in den N.O. hoek; 1573: ‘Pⴾ dos selebres’, 1580: ‘Pⴾ dos sellebres’. Deze Portugees schrijft den naam dus steeds met een s en eenmaal met ll. Bertholamev LasoGa naar eind32), 1590: ‘P: dos celebres’. Betreffende de anonieme Portugeesche kaarten uit de tweede helft der 16de eeuw valt nog het volgende te vermelden. TelekiGa naar eind33) heeft er een gereproduceerd van omstreeks 1553, welke in de N.O. punt van Celebes den naam ‘Selebres’ draagt. Een andere Portugeesche atlasGa naar eind34) der 16de eeuw bevat twee kaarten, waarvan één in de N.O. punt van Celebes (welk eiland ‘Macasar’ is genoemd) ‘Celebis’ heeft staan, de andere (waarop het eiland geen naam heeft) ‘Selebes’. De Portugeesche kaarten of hunne authentieke Fransche copiën uit de 16de eeuw leeren ons dus, dat zij bijna alle bij de N.O. punt van Celebes den naam dragen van kaap der Sselebres (c. 1536), selibres of çelibres (1558), Selebres | |
[pagina 324]
| |
(1568 en 1571), selebres (1573), sellebres (1580), celebres (1590), maar ook, en dan zonder toevoeging van ‘Punta dos’, celebis of celebre (1540?), Selebres (1553?), celibes (1561), Celebis en Selebes (16de eeuw). De naam Çelebes op de door ons op ± 1535 gedateerde en aan Lopo Homem toegeschreven kaarten is blijkbaar bedoeld voor het eiland en niet voor de N.O. kaap, en op een andere kaart (Diogo Homem, 1561) staat bij de W.-kustGa naar eind35) de naam celibes, eveneens zonder twijfel, als dien voor het eiland. Reeds uit de vermelde serie van authentieke kaarten kan de gevolgtrekking worden gesteld, dat de naam ‘Celebes’, behoudens ondergeschikte variaties, oorspronkelijk geschreven werd met C (Ç) of Ss (S) en met of zonder een r tusschen de b en de e, terwijl de tweede of derde e weleens veranderde in een i. En bedenkt men, hoe Bartholomeu Velho, de beroemdste der Portugeesche cosmographen, in 1561 en Lazaro Luiz in 1563 het eiland, welks N.O. punt sinds c. 1536 den naam ‘Sselebres’ droeg, resp. ‘Celebres’ en ‘Ilha dos Celebres’ noemden, dan is het ook nu reeds duidelijk, dat dit groote Soenda-eiland zijn naam dankt aan dien van zijn N.O. kaap. Gaan wij thans na, hoe het kwam dat de r, welke in de Portugeesche naamgeving toch ook reeds meermalen ontbrak, ten slotte voor goed verdween. Dit proces speelt zich af op de niet-Portugeesche kaarten, en neemt zijn beslag nog vóór het einde der 16de eeuw. Het begint reeds dadelijk bij den illusteren compilator en uitgever van reisbeschrijvingen, den Italiaan Giouan Battista Ramusio, in zijn beroemd werk ‘Navigazioni e Viaggi’. Deel I daarvan verscheen in 1550 zonder kaarten, maar aan de tweede uitgave van dat deel in 1554 voegde Ramusio een drietal kaarten toe. Op één daarvan staat een eilandGa naar eind36) geteekend, waarvoor de daarin geplaatste naamGa naar eind37) ‘Celebes’ geldt. Deze kaarten zijn zeker afkomstig uit de cartographische school van Venetië, doch of zij terecht worden toegeschreven aan Giacomo Gastaldi, meenen wij te moeten betwijfelenGa naar eind38). Hoe dit zij, vast staat dat - in tegenstelling met de reeds genoemde Fransche kaarten van c. 1536 tot 1550 - deze Italiaansche kaarten niet geteekend zijn naar authentieke Portugeesche modellen. De cartographische voorstelling van Celebes en de andere eilan- | |
[pagina 325]
| |
den van den Archipel staat daarbij ten achter, zoodat het wel duidelijk is, dat men bij deze Italiaansche kaart te maken heeft met compilatie van geographische reisberichten en kaartmodellen, geteekend naar de herinnering. Wij denken hierbij aan de Spanjaarden Andres de Urdaneta en Garcia d'Escalante AlvaradoGa naar eind39), die resp. van 1527-1535 en van 1544-1546 in de Molukken, voornamelijk op Tidore, vertoefden. Veel beter dan deze Italiaansche kaarten, zijn die in een paar Spaansche atlassen. Een daarvan van omstreeks 1562Ga naar eind40) bevat een kaart van O. Azië en den Archipel, waarop Celebes een vorm heeft, sterk gelijkend op dien der kaarten van Diogo Homem, maar daarvan afwijkend, in zooverre dat het eiland met groote letters den naam draagt van ‘Illadeselebros’ (dus met een r). Op de kaarten van een anderen, zeer fraaien Spaanschen atlasGa naar eind41) van vóór 1600 zijn de omtrekken van landen en eilanden met bijzondere zorg getrokken, doch de orthographie der namen laat over het algemeen veel te wenschen over. Een der kaarten, omvattende den Indischen Oceaan, Z. Azië en den Archipel, geeft Celebes met den vorm van dien op de kaarten van Vaz Dourado, maar draagt - in afwijking - eveneens een naam, ditmaal ‘illa de selebres’ (dus weder met r). Wellicht vormden deze of soortgelijke kaarten de voorbeelden voor Abraham OrteliusGa naar eind42), den eenigen Zuid-Nederlander, die (in 1567) aan het eilandGa naar eind43) den naam geeft van ‘Celebres’, terwijl hij dien zelfden naam (met een r) in de N.O. punt van het eiland laat staan. De eerste maal dat Celebes in de cartographie der Nederlanden voorkomt, heeft het een vorm naar Portugeesch model. Maar vasten voet heeft deze vorm daar nog niet verkregen. Immers, nog moeten de cartographische scheppingen worden overwonnen der kamergeleerdheid van Gerard Mercator, in dezen een waardig opvolger van Ramusio. Want nadat hij op zijn aardglobeGa naar eind44) van 1541 het eiland ‘Macace’ gefantaseerd had, kwamen daar op zijn wereldkaartGa naar eind45) van 1569 nog de eilanden ‘Celebes’ in fictieven vorm en ‘Deculla’Ga naar eind46) bij. Ook tot deze fantasiën hebben wellicht de herinneringsmededeelingen van UrdanetaGa naar eind47) bijgedragen. Op zijn wereldkaartGa naar eind48) van 1587 volgde Rumold Mercator, wat betreft het onderwerp dat ons bezig houdt, in allen deele zijn vader Gerard na. | |
[pagina 326]
| |
Achterlijk van voorstelling (voor dien tijd) als smal lang eilandje, is ‘celebes’ op p. 9 van een prachtigen Franschen atlas van Iacques DevaulxGa naar eind49) uit 1583. Cornelius de Jode gaf in 1593 te Antwerpen een verbeterden atlas uit van zijn vader Gerard, getiteld ‘Specvlvm Orbis Terrae’, waarin Celebes zonder naam voorkomt volgens een slecht gecopiëerd Portugeesch model. Maar nu komen wij tot de Noord-Nederlanders! Deze vingen nog juist vóór het einde der 16de eeuw hunne onversaagde tochten naar en in den Oost-Indischen Archipel aan. Aanvankelijk hadden zij slechts kaarten tot hun beschikking, in navolging van Mercator gemaakt, maar spoedig werden deze vervangen door kaarten gevolgd naar de beste Portugeesche origineelen. Van dat oogenblik dateert de ontwikkeling der Nederlandsche cartographie, welke weldra haar eigen vlucht nam, om een schitterend hoogtepunt te bereiken in de tweede helft der 17de eeuw. Ook valt in dien tijd het opmerkelijke feit voor dat beslissend geworden is voor de schrijfwijze Celebes, zooals wij haar heden kennen. De rij der bekwame Noord-Nederlandsche kaartteekenaars van die dagen begint met den geleerde Petrus Plancius, die omstreeks 1590 een eerste kaartGa naar eind50) van den Archipel teekende, niet naar Ortelius, den beter ingelichte betreffende de cartographie van dat deel der wereld, maar naar dien anderen buurman uit het Zuiden, Mercator, die toen meer bekend was. Doch reeds twee jaren later steekt Plancius voor de kaarten van den Archipel blijkbaar zijn licht op bij de Portugeezen of hunne navolgers; hij teekent een wereldkaartGa naar eind51) volgens een slecht Portugeesch model; daarop komt Celebes voor, maar - opmerkelijk genoeg - zonder naam. Het schijnt wel, of hier de twijfel van den geleerde spreekt, die er nog niet zeker van is, of dit eiland wel hetzelfde was, dat Mercator Celebes had genoemd. Want, nog eens twee jaren later, in 1594, teekent hij op een wereldkaartGa naar eind52) het eiland naar hetzelfde onnauwkeurige Portugeesche voorbeeld, maar nu aarzelt hij niet langer het den naam Celebes (zonder r) te geven. En ten slotte is de ontwikkeling in dit opzicht bij Plancius voltooid, wanneer hij in 1596 (?) een kaartGa naar eind53) van den Archipel teekent naar een goed Portugeesch model, namelijk dat van den reeds genoemden Laso. Doch hoewel | |
[pagina 327]
| |
bij dezen het eiland naamloos is, blijft het bij Plancius nu toch Celebes (zonder r) heeten, hoewel hij bij de N.O. punt den naam ‘P. dos Celebres’ (met r) laat staan. En ditzelfde dualisme treffen wij eveneens aan bij andere Hollandsche cartographen dier dagen, die hunne kaarten van den Archipel naar het voorbeeld van Vaz Dourado teekenden, hoewel ook die Portugees - wij zagen het reeds eerder - het eiland Celebes zonder naam had gelaten. Wij noemen in dit verband de gebroeders van LangrenGa naar eind54) (1595) en Jan Huygen van LinschotenGa naar eind54) (1595-6). Evert Gijsberts soonGa naar eind55) (1599) daarentegen volgt Vaz Dourado getrouwer, en laat het bij het ‘P.a dos Celebres’ in de N.O. punt. Nog eens geeft Antonio Magino PatavinoGa naar eind56) in 1597 een klein kaartje van Azië in zijn bewerking van Ptolemaeus' werk ‘Geographia vniversa’, waar op p. 210b het bewuste eiland den naam ‘Celebres’ draagt, maar dit is nu voor het laatst. Want de andere Hollandsche kaartteekenaars, zooals LodewijckszGa naar eind57) (1598), Ioan BlaeuGa naar eind58) (1599), Willem Jansz. BlaeuGa naar eind59) (1605), Iodocus HondiusGa naar eind59) (1607 en 1611), enz., volgen het voorbeeld der van Langren's en van Plancius. Op hunne kaarten heet het eiland steeds Celebes. En nog zou het mogelijk zijn geweest, dat de definitieve naam Celebres (met r) zou zijn geworden, indien instede van de Nederlanders, de Spanjaarden overwinnaars waren gebleven in den Oost-Indischen Archipel. Maar aangezien, te beginnen met het tweede decennium der 17de eeuw, de macht der Nederlanders aldaar gegrondvest werd en zich steeds verder uitbreidde, werd de blijvende schrijfwijze van het eiland Celebes voorgoed zonder r, gelijk zij was aangenomen door de Nederlandsche kaartteekenaars. Wat niet verdween, en zelfs tot heden met name in de Fransche geographie aanhield, is de meervoudsvorm ‘les Célèbes’. Variaties van den naam vindt men op de kaarten van Henricus Hondius en Ioannes IansoniusGa naar eind60) (1633 en 1647) als ‘Celebus’, van John DaniellGa naar eind61) (1637) als ‘Cellebes’, van Arnold ColomGa naar eind62) (1650) als ‘Celebe’, van een EngelschmanGa naar eind63) (1655) als ‘Cellebes’, van William HackGa naar eind64) (1687) als ‘Celebis’ naar Hessel Gerritsz (1622), van Hendrick DonckerGa naar eind65) (1697) weder als ‘Celebe’, van Guillaume de l'IsleGa naar eind66) (1705) als ‘I. des Celebés’, van Philip- | |
[pagina 328]
| |
pus CluveriusGa naar eind67) (1729) als ‘Celebe’, van N. BellinGa naar eind68) (± 1746) als ‘Isle de Célebes’, en van I.B. ElweGa naar eind69) te Amsterdam (1792) nog eens als ‘I. des Celebes.’ Ik besluit mijne bespreking der cartographische gegevens met de opmerking, dat op de ontwikkeling der cartographie van Celebes - en tevens van den geheelen Archipel - gedurende de eerste helft der 16de eeuw, een vrijwel volkomen stilstand volgt in de tweede helft dier eeuw. Er predomineeren twee cartographische afbeeldingen van Celebes, waarvan de eerste, van een nog onbekenden Portugees (Lopo Homem?), via de Diëppenaars, de Homem's en Vaz Dourado overgegaan is op de van Langren's, van Linschoten, enz., en de tweede, van Velho, via Laso aan Plancius, Hondius, enz., tot voorbeeld heeft gestrekt. | |
III. Verklaring van den naam Celebes.Naar het voorafgaande te oordeelen, is het wel duidelijk, dat de naam der N.O. punt van Celebes die van het geheele eiland is geworden, nadat de weifeling voor zijne orthographie met of zonder r, welke gedurende de 16de eeuw op te merken viel, nog vóór het einde dier eeuw een einde genomen had. Om de beteekenis te vinden van dit woord, aldus begrepen naar zijn geographischen en historischen oorsprong, heb ik mij gewend tot den geleerden taalkundige Dr. N. Adriani. Deze schreef mij dd. 23 Jan. 1918: ‘Celebe of Celebes (dat dan het meervoud daarvan moet zijn) en Celebre of Celebres (het meervoud) zouden kunnen zijn misverstaan uit het Sangirsche woord sěllihě “stroom, strooming”, dat door een deel der Sangireezen wordt uitgesproken met eene r op de plaats van de h, die geheel vóór in den mond wordt gevormd, alsof te zamen met de r eene w werd uitgesproken. (Zie blz. 48 der Sangireesche SpraakkunstGa naar eind70)). Deze uitspraak sěllirwě zou dan de beide vormen Celebe en Celebre kunnen verklaren. Ook de naam celibres zou uit dit sěllirwě kunnen verklaard worden.’ En, voegen wij hieraan toe, ook het ‘sellebres’ van Vaz Dourado verraadt een groote verwantschap met de bijzondere uitspraak van sěllihě. Een sterken steun vindt deze verklaring, door Dr. Adriani | |
[pagina 329]
| |
voor den naam ‘Celebes’ gegeven, in den tegenwoordigen inheemschen naam voor de N.O. kaap van Celebes, d.i. voor de N.O. punt der Minahassa. Reeds op een Nederlandsche kaartGa naar eind71) van Jacob Keizer en Jan de Lat van 1735-1747, bewerkt naar een Fransche kaart van Guillaume de l'Isle, wordt zij hoek Polisan genoemd. Heden schrijft men dien naam Poelisan of minder juist in de ‘Zeemansgids’ Poeisan. Volgens Dr. Adriani is dit een Minahassisch woord, dat draaikolkGa naar eind72) beteekent. Inderdaad leest men dan ook in de ‘Zeemansgids’ van 1919 (dl. V, 3de druk, 's-Grav., p. 39) over deze kaap: ‘Men kan den hoek op zeer korten afstand voorbijvaren, doch wordt dit, wegens de stroomrafelingGa naar eind73) en de draaikolkenGa naar eind73) welke men gewoonlijk daar aantreft, niet aangeraden. De stroomGa naar eind73) zet dikwijls sterk naar den hoek toe’. Te meer valt ons deze mededeeling op, daar men in den zelfden ‘Zeemansgids’ (dl. V, p. 16) over de N.W. punt van Celebes, Stroomenkaap genaamd, of ook wel Tjandoeng Besar (= Groote kaap) of Oedjoeng (= Hoek) Malangka, niets leest over stroomen in zee. Waar komt dan die naam voor de N.W. punt van Celebes vandaan? De eerste kaart, waarop die kaap een naam draagt, is die van Hessel GerritszGa naar eind74) van 1622, waar zij ‘Hoeck van de Stroomen’ heet. Op deze wereldkaart heeft Celebes voor het eerst een van de afbeelding der 16de eeuw afwijkenden en beteren vorm; voor het eerst heeft het eiland een volledige omlijning en is de golf van Boni ingeteekend. (De andere diep landwaarts ingebogen golven ontbreken nog). Hoogstwaarschijnlijk heeft Hessel Gerritsz deze kaart naar een Spaansch origineel geteekend, doch naar welk, is onbekend gebleven. De N.O. punt van Celebes heeft bij hem geen naam. In den loop der tijden wordt de naam voor de N.W. punt resp. ‘Hoeck vã Strome’ bij Henricus Hondius en Ioannes IansoniusGa naar eind75) (1633), ‘Stroomhoeck’ bij Huych AllardtGa naar eind76) (1652?), ‘Hoeck vande Stroome’ bij Iohan BlaeuGa naar eind77) (1669), ‘Hoeck vande Stromen’ bij N. VisscherGa naar eind78) (± 1670), ‘Pte de Stomey’ bij Dupré EberardGa naar eind79) (± 1700) naar Blaeu, dan weder ‘Hoeck vande Stromen’ bij Gerard van KeulenGa naar eind80) (1714-1726), ‘Hoek van de Stroomen’ op | |
[pagina 330]
| |
een kaartGa naar eind81) van 1722, ‘Stroomers H.’ bij Jacob Keizer en Jan de LatGa naar eind82) (1735-1747), ‘Pr fluuiorum’ bij J.B. HomannGa naar eind83) (1748), ‘Stromen point’ op een verfranschte kaart in den atlas (6de deel) van Ioannes van KeulenGa naar eind84) (1753), ‘Pointe de Stroom’ op een Fransche kaartGa naar eind85) van 1759, ‘Hummock Pt. or Stroomen Hoeck’ bij A. ArrowsmithGa naar eind86) (1794), ‘hoek oúde Stroom’ op een kaartGa naar eind87) van vóór het einde der 18de eeuw, ‘C. Rivieren’ bij Js. van den BoschGa naar eind88) (1818), ‘Rivieren Kaap’ bij G.F. baron von Derfelden van HindersteinGa naar eind89) (1842), ‘C. Rivers’ bij P. baron Melvill van CarnbéeGa naar eind90) (1848), ‘Bonat Matangkat of Stroomen Kaap’ bij J.W. Stemfoort en J.J. ten SiethoffGa naar eind91) (1883-85), en verder ‘Stroomenkaap’ op de nieuwere kaarten tot heden. Deze naam heeft zich dus - zij het met variaties - weten te handhaven van 1622 tot heden toe, doch zijn origine blijft onbekend. Wij merken in dit verband op, dat de naam P. dos Celebres op de Port. kaarten steeds in N.-Z. richting werd geschreven. Was hij op het Spaansche model van Hessel Gerritsz in W.-O. richting geschreven als P. de las Corrientes, dan zou de vergissing dezen naam als ‘Hoeck van de Stroomen’ voor dien der N.W. punt van Celebes te hebben aangezien, zeer voor de hand hebben gelegen. Doch hier kan natuurlijk alleen het vinden van het vermeende model zekerheid geven. Alleen in den merkwaardigen manuscript-atlas van Gerrit de HaanGa naar eind92) van 1760 heet de N.W. punt: ‘Vlakke hk: of d'NW hoek van tontolij’. Hoe ging het met den naam Celebes, gegeven aan een fictief dorp aan de W.-kust van het eiland? In noot 35 merkten wij op, hoe de naam ‘celibes’ op de kaart van Diogo Homem van 1561, een weinig onder de linie en dichtbij de W.-kust van het eiland geplaatst en welke ongetwijfeld als den naam van het eiland was bedoeld, door latere kaartenteekenaars moet zijn misverstaan en gegeven aan een fictieve stad of plaats. Voor het eerst geschiedde dit door Joris van SpilbergenGa naar eind93) in 1619, die de stad ‘Cellebus’ noemde. Wij vinden den naam daarna terug als ‘Celebes’ bij Jean GuerardGa naar eind94) te Dieppe (1625), ‘Cellebus’ bij Henricus Hondius en Ioannes IansoniusGa naar eind95) (1631 en 1633), weder ‘Celebes’ bij Carel AllardGa naar eind96) (1650?) en bij Sanson d'AbbevilleGa naar eind97) te Parijs | |
[pagina 331]
| |
(1652), ‘Celebs’ bij F. de WitGa naar eind98) (1660), nog eens ‘Cellebus’ bij Arnold ColomGa naar eind99) (1660) en bij N. VisscherGa naar eind100) (± 1670), en dan weer ‘Celebes’ bij den Franschman P. Du-ValGa naar eind101) (1679), Jacques PeetersGa naar eind101) te Antwerpen (1692), Pierre MortierGa naar eind102) in Sanson's atlas van 1708, Gerard van KeulenGa naar eind103) (1714-26), Em. Bowen en W.A. BachieneGa naar eind104) te Amsterdam (1785), en voor het laatst bij I.B. ElweGa naar eind105) eveneens te Amsterdam in 1792. Toen verdween dit fictieve dorp voor goed van de kaarten van Celebes. Maar wel heeft deze geographische vergissing dus een taai bestaan gehad, daar zij bijna twee eeuwen aanhield. Den naam voor de N.O. punt van Celebes treft men op de bekend geworden kaarten in de volgende variaties aan: ‘P dos Celebres’ en ‘Pa de Celebres’ bij Iodocus HondiusGa naar eind106) (1611), ‘P. de Çelebres’ bij denzelfden auteurGa naar eind106) (1616), weder ‘P. dos Celebres’ bij N.J. VisscherGa naar eind107) (1617), dan eerst na een lang interval ‘Pointe Celebes’ (dus nu zonder r) op een kaart in den atlas van Jacques PeetersGa naar eind108) te Antwerpen (1692) en ook op een kaart in den atlas van d'Ablancourt (1700) uitgegeven bij Pierre MortierGa naar eind109), ‘P. de Celebes’ (zonder r) in den atlas van SansonGa naar eind110) bij laatstgenoemden uitgegeven (1708), en ten slotte, na op vele kaarten te hebben ontbroken, voor het laatst weder in den Portugeeschen vorm ‘Punta dos Celebes’ (maar steeds zonder r) op een kaart in den atlas van I.B. ElweGa naar eind111) te Amsterdam (1792). Het schijnt dus wel of de verdwijning van de r uit den naam van het eiland die uit den naam van zijn N.O. kaap ten gevolge heeft gehad. De naam Polisan voor de N.O. kaap van Celebes (zie hier- vóór p. 329) vindt men eerst weder terug op de volgende kaarten: P. baron Melvill van CarnbeeGa naar eind112) (1848) als ‘C. Polisan’, Mr. S.C.J.W. van MusschenbroekGa naar eind113) (1875-76) als ‘T. Poeisan’, J.W. Stemfoort en J.J. ten SiethoffGa naar eind114) (1897-1904) als ‘O. Poeisan’, en eindelijk op de jongste officiëele kaartGa naar eind115) van 1918 als ‘Tg. Poelisan’. Terloops mag nog worden vermeld, dat zij op de kaart van Gerrit de HaanGa naar eind116) genoemd is ‘H: de doot Kist’ en op dieGa naar eind117) van vóór het einde der 18de eeuw ‘de doodkist’; de zeestraat ten N. daarvan heet op beide kaarten ‘Straat Banka’. Uit een paar geteekende kaartenGa naar eind118) van de 19de eeuw blijkt | |
[pagina 332]
| |
evenwel de berg (dus niet de kaap) der N.O. punt te heeten ‘Doodkist’ of ‘B. Doodkist’, en dat wel vermoedelijk naar aanleiding van den vorm van dien berg. (B. = Boekit = berg). Von Derfelden van HindersteinGa naar eind119), 1842, noemt de N.O. punt ‘Kaap Koffin’. Doch deze namen zijn geheel incidenteel. Niet is dat het geval met den volgenden en laatsten naam, welken voor de N.O. punt van Celebes in gebruik is geweest en welks beteekenis ons een nieuwe onbeantwoorde vraag zal blijken te zijn. In het Britsch Museum te Londen hebben wij (gecatalogiseerd onder Sloane no. 197) gevonden het zeer merkwaardige ‘Livro do estado Da India Oriental. Feito pello capitao Po. Barretto de Resende natural de Pauia Anno de 1646.’Ga naar eind120). Daarin komt een serie bijzonder fraaie kaarten voor van Pedro BerthelotGa naar eind121), Opperloods en cosmograaf. Zij werden gemaakt te Goa (Port.-Indië) in 1635. Op folio 400 is het oostelijk deel van den ArchipelGa naar eind122) weergegeven; ‘Çelebes’ (geschreven naar zijn oudsten Portugeeschen vorm van ± 1535), en vooral zijn westkustGa naar eind123), is buitengewoon knap uitgebeeld voor dien tijd; de oostkust daarentegen is veel minder goed dan op de eerstvolgend bekende kaart, nam. die van Ioan Blaeu, 1669. Op deze kaart van Berthelot nu vinden wij voor de N.O. punt een naam, welke - zij het ook met variaties - nog meermalen wordt aangetroffen; hij is ‘P.ta delos quemos’ of ‘quimos’. Op een ander folio, no. 390, is de kaart van het westelijk deel van den Archipel geteekend, en in den zuidelijken zeeboezem tusschen Java en Bali staat: ‘Tantas quivas’ of ‘quivos.’ Wij laten in het midden of men met het zelfde woord te doen heeft, hoewel wij dat wel vermoeden en daarbij denken aan de branding in dien zeeboezem ver van het land en midden in een door geen wind bewogen diepe zee, welke op het eerste oog een zeer eigenaardigen indruk maakt. Eerst bij eenig nadenken begrijpt men, dat zij ontstaat door de ontmoeting van aan elkaar tegengestelde zeestroomingen. Wat den naam ‘P.ta delos quemos’ of ‘quimos’ betreft, merken wij op, dat de Franschman Berthelot in een Portugeesche omgeving hem een Spaanschen vorm geeft. In den juisten Portugeeschen vorm vinden wij hem terug op een kaartGa naar eind124) van een onbekenden Portugees, dateerend uit de | |
[pagina 333]
| |
tweede helft der 17de eeuw; daar heet de N.O. punt van het eiland ‘Seleves’ (v inplaats van b): ‘Pta das queimas’. Wij hebben ons alle mogelijke moeite gegeven om de juiste beteekenis van dit woord ‘queimas’ te vinden, maar mochten daarin niet met zekerheid slagen. Behalve de gewone beteekenis van branden voor ‘queimar’ (Portugeesch) of ‘quemar’ (Spaansch), vonden wij of werd ons aan de hand gedaan die van branding, ruïne, verlies, golflijnGa naar eind125). Intusschen komt deze naam, verbasterd tot ‘Cemas’ enz., op Hollandsche kaarten der 17de en 18de eeuw voor, waarbij de c als k uitgesproken moet worden gedacht. Zoo geeft Ioan BlaeuGa naar eind126) op zijn kaart van een gedeelte van den Archipel in 1669 ‘Punta de los Cemas’, waarbij valt op te merken, dat de o van ‘los’ niet past bij de a van ‘Cemas’. In 1687 schrijft hijGa naar eind127) ‘Pŭnta de los Comas’. Op andere kaarten verbastert dit woord tot ‘Camos’, ‘Cemos’, ‘cemes’ en zelfs ‘demas’Ga naar eind128). Wij waren zoo gelukkig een zeer merkwaardige hydrographische beschrijving uit die tweede helft der 17de eeuw van genoemde kaap te vinden. Van 16 Augustus tot 23 December 1677 maakte namelijk de Gouverneur der Molukken Robbertus PadbruggeGa naar eind129) met den schipper Jan van der Wall (tot 24 Nov.) een reis o.a. naar ‘Gorentaele, Manado, Sangi, Ciauw’, en sloot op 9 November 1677 een contract met den koning van ‘Chiauw’ (= Siau). Bij dezen tocht teekende genoemde schipper een kaartGa naar eind130) der N.-kust van Celebes, waarbij de N.O. punt ‘Palidde’ heet, geschreven met twee onduidelijke d's. Dit woord doet ons eer denken aan Pulisse of Pulisan, Poelisan. Tegenover die punt ligt het eiland ‘Banca’, op korten afstand er van verwijderd. De N.W. punt van het schiereiland draagt de aanduiding ‘N.W.h.’ = Noord-West-hoek. En wanneer men nu in het reisverhaalGa naar eind131) van dezen merkwaardigen tochtGa naar eind132) leest, p. 114:... ‘hadden met Sonnen Opgang (Dinsdag 31 Aug. 1677) de kemas off kimasGa naar eind133) N:dW: ten W: omtrent 2½ mijlen van ons, gingen N:dW: ende daer naer west aen de Straet banca door’Ga naar eind134), en wat verder: ‘vande hoek kemas tot de Noordt West hoek van Celebes buijten de Straet banka staetGa naar eind135) West noordt west drie mijlen, daar het nogthans bevonden west 7 mijlen’, enz.Ga naar eind136), dan is het o.i. duidelijk, dat | |
[pagina 334]
| |
met de ‘kemas off kimas’ of met ‘hoek kemas’ bedoeld wordt de ‘P.ta delos quemos’ of ‘quimos’ van Berthelot, de ‘Pta das queimas’ van den onbekenden Portugees of de ‘Punta de los Cemas’ van Blaeu. Doch er is meer. Immers, Padbrugge geeft ons de eerste (tot heden bekende) beschrijving van de waterbewegingen bij die kaap. Toen hij, na zijn doorsteek van het noordelijk schiereiland van Celebes (van de N.-kust in de Kwandangbaai tot Gorontalo bij de Z.-kust) te hebben volbracht, zijn tocht over zee in een ‘corra-corra’ voortzette langs de kust en om Celebes' N.O. punt heen naar Menado, gaf hij daarvan, dd. Zondag 3 October 1677, het volgende boeiende verhaal (loc. cit., p. 169): ‘onze snedige scheppers (= roeiers) waren hier alwederom hún eijgene meesters, want schoon wij stroom ende windt mede hadden, soo nogtans lieten zij niet naer al langs de wal en inde neer te scheppen, dat ons op den hoeck van banka zeer ve(r)legen maekten, leggende op een lager van steijle clippen ende in een geweldige maelstroomGa naar eind137) en vrij swaerder gewoel vande zee op de rúdsen (= rotsen), hier scheptenze dat het kraekte, bij naer een úúr lang zonder een stap te winnen, ende hadden genoegh tedoen met hún hoozen tot eijndelijk wat verder vande klippen de reghte stroomGa naar eind138) ons vat kreegh ende in een ommesien boven den hoeck voerde, om welkers hoeck wij het in een sleghte zee aen landt bragten, alwaer wat aten en't volk ook lieten rústen’Ga naar eind139). Uit hetgeen vooraf gaat en volgt, blijkt duidelijk, dat men den vasten wal van Celebes volgde, zoodat met den ‘hoeck van (voor?) banka’ weder de N.O. punt van Celebes wordt bedoeld. Van den aldaar aanwezigen maalstroom is de beschrijving hier wel zeer levendig. En dan lezen wij nogmaals in de ‘Zeemansgids’ onzer dagen: ‘Men kan den hoek op zeer korten afstand voorbijvaren, doch wordt dit, wegens de stroomrafeling en de draaikolken welke men gewoonlijk daar aantreft, niet aangeraden. De stroom zet dikwijls sterk naar den hoek toe’. Na 1678 hebben wij dezen naam voor de N.O. punt van Celebes nog eenmaal aangetroffen op een Nederlandsche kaartGa naar eind140) van 1703; in de N.O. punt van ‘Selebes’ staat ‘Punte de Las Cemas’ (de a van las klopt nu met die van Cemas). | |
[pagina 335]
| |
Dat Cemas intusschen iets te maken zou hebben met den naam van het dorp Kema, gelegen aan de Z.O.-kust van het noordelijk schiereiland, is hoogst onwaarschijnlijk, niet alleen om den grooten afstand, waarop deze beide geographische punten van elkaar verwijderd liggen, maar ook vooral omdat de eerste kaart, waarop deze naam als ‘Nij Kema’ (ten Z.W. der Z. punt van het eiland ‘Limbe’ = Lembe, op den vasten wal van Celebes) voorkomt, die van Gerrit de Haan is van 1760. D.i. dus bijna een eeuw later dan de jaren, waaruit de kaarten van Blaeu dateeren. Ook op de zeer vele namen bevattende, hooger genoemde kaart van Jacob Keizer en Jan de Lat van 1735-1747, komt het bedoelde dorp Kema niet voor. | |
IV. Besluit.Van ± 1536 tot 1792 heet de N.O. punt van Celebes met allerlei variaties Selebres of Celebres en Selebes of Celebes. Van 1562 tot 1597 heet het eiland Celebres, van ± 1535 en 1554 tot heden met vele variaties Celebes. Dit woord (met of zonder r) zou afkomstig zijn van het Sangireesche woord ‘sěllihě’ (met of zonder r uit te spreken), dat stroom, strooming, beteekent. Van 1635 tot 1703 heet die N.O. kaap que(i)mas of Cemas, Kemas, met welk Spaansch of Portugeesch woord wellicht branding was bedoeld. Van 1735/47 tot heden heet dezelfde kaap Polisan of Poelisan, welk Minahassich woord draaikolk beteekent. Dat het eiland Celebes zijn naam dankt aan dien, welken aanvankelijk zijn N.O. punt droeg, staat vast. De beteekenis van dien naam moge door het voorgaande zijn duidelijk gemaakt.
Nunspeet, Juli 1921. E.C. Abendanon. |
|