Bibliographie.
Aan den overkant, door Ina Boudier-Bakker. - Amsterdam. - P.N. van Kampen & Zoon.
‘Hij heeft geen schuld, maar ik ook niet.’ Zoo denkt het vrouwtje, de persoon uit deze vertelling, over haar man en zichzelf. Zoo weet de schrijfster ook ons te doen denken.
Daar, op bladz. 96, iets over de helft van het verhaal, krijgen we saamgevat, wat er aan het huwelijk van David en Emilie heeft ontbroken.... of wat Emilie achterna als het ontbrekende ziet. En radicaal is het middel waardoor zij tot een oplossing komt: plotseling verlaat zij het huis en geruimen tijd blijft zij weg. Te Amsterdam, waar ze is geboren, toeft ze bij haar getrouwde zuster: ‘Nancy, dat was het oude, dat was thuis’... Onbereid is zij gerukt uit dat oude, onbereid is zij vrouw geworden en - nog een citaat van bladz. 96: - ‘bij ieder kind dat zij wachtte, had zij de herinnering aan dien weerzin (tegen haars mans liefkoozingen) als een ziekte moeten bekampen en overwinnen’.
Uit de benauwenis der kleine stad, waarin zijn groote huis staat, is ze nu dus als ‘thuis’ bij haar zuster. Ze ontmoet er een veel jongeren vriend van haar vader, een geoloog, die veel gereisd heeft. Zal ze dezen toebehooren? Het dreigt even. Hier is de meerdere, hier is de zielverwantschap - doch juist omdat hij de sterke is, moet ze naar haar man terug. De sterke ‘begreep alles. Tusschen hen was geen verwijt noch verwijdering - voor nu en altijd die eenheid, welke over afstanden reikt en geen scheiding inhoudt....’
Deze kleine roman is fijn en gaaf werk. De lezer volgt, begrijpt, voelt mee, met wat in alle bijzonderheden innig doorvoeld is door de vertelster.
J.d.M.