De Gids. Jaargang 84
(1920)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 324]
| |
Buitenlandsch overzicht.26 Oct. 1920.Een vrede tusschen Polen en Sowjet-Rusland, zóó gunstig voor Polen uitgevallen, dat men vraagt wat er achter steekt... De oplossing van het vraagstuk schijnt Wrangel te heeten. Deze maakte in September zóó groote vorderingen, dat het noodig werd, krachten tegen hem vrij te maken. Die dan ook in October zijn ingezet, met het gevolg, dat zijn opmarsch, voor het oogenblik, tot staan schijnt gebracht. Intusschen herhalen zich de geruchten over ernstige binnenlandsche moeilijkheden der Sowjet-regeering, en wordt haar val voor de zooveelste maal als aanstaande voorgesteld. Aan zekerheid daaromtrent ontbreekt het evenzeer als te voren. Polen heeft van Sowjet-Rusland o.a. een vrijbrief gekregen, met Litauen te handelen naar believen. Van Sowjet-Rusland, niet van den Raad van den Volkenbond. Terwijl deze beraadslaagde, heeft een Poolsch generaal Wilna bezet. Wel niet op bevel der Poolsche regeering, maar deze haalt hem er ook niet vandaan. Of de Volkenbond het doen zal? Polen geeft te kennen, den uitslag eener volksstemming in het betwiste gebied geenszins te vreezen; intusschen zegt het dit, nu het zelf in de gelegenheid is, die stemming ‘voor te bereiden’.....
Den 15den November zal de Vergadering van den Volken- | |
[pagina 325]
| |
bond te Genève worden geopend. Zij is voorafgegaan door eene conferentie van financieele specialiteiten te Brussel, waar omtrent de maatregelen die alleen eene verbetering in den economischen toestand der wereld kunnen verzekeren, een opmerkelijke eenstemmigheid heerschte. De economen weten ongeveer wat zij willen; - de vraag blijft echter, in hoeverre politieke omstandigheden de uitvoering van hun program zullen toelaten. Eigenlijk behoorden economisch program en politieke leiding van één en dezelfde autoriteit uit te gaan, althans van organen van één en dezelfde autoriteit. Zoolang naast den Volkenbond een ‘Opperste Raad’ en eene ‘Commissie van Herstel’ bestaan, is dit echter niet het geval. Engeland zou aan die dualiteit gaarne een einde maken, of althans het gebied der Volkenbondsorganen dat der andere beter doen omvatten om het geleidelijk te kunnen absorbeeren; Frankrijk blijft zich daar, en in den laatsten tijd met aanmerkelijke scherpte, tegen verzetten. Het weet, in hoe groote moeilijkheden juist thans de Engelsche regeering in het eigen land gewikkeld is. De staking der kolendelvers, die lang gedreigd heeft, is daar nu werkelijk uitgebroken. De aansluiting der spoorwegbeambten en transportarbeiders is echter tot dusverre voorkomen, en met de mijnwerkers zelven is Lloyd George, ondanks de staking, in voortdurende onderhandeling. In den looneisch der stakers wil hij wel bewilligen, maar houdt met de grootste taaiheid aan den eisch van vermeerdering van opbrengst vast. In Ierland blijft het misdaad ter eene, meedoogenlooze repressie ter andere zijde. De dood van Mc Swiney is het teeken voor manifestatiën der Ieren in de Vereenigde Staten, waar de democratische candidaat Cox thans ter wille der lersche stemmen zeer ver gaat in voorspiegelingen omtrent den steun dien hij, president geworden, aan de zaak van Sinn Fein zou willen verleenen. ‘Indien de Iersche kwestie in het begin van het volgend jaar niet is geregeld’, zeide hij Zaterdag II. in eene vergadering in Madison Square Gardens, ‘zal ik gebruik maken van het uitvoerend gezag over eene natie die dan - ik ben er vast van overtuigd - lid zal zijn van den Volkenbond.’ Intusschen was diezelfde rede merkwaardig, omdat zij, eene | |
[pagina 326]
| |
week voor de verkiezing, Wilson's art. 10Ga naar voetnoot1) overboord gooit. ‘Ik zou bereid zijn’, zeide Cox, ‘een voorbehoud te aanvaarden, waarin duidelijk wordt gezegd, dat de Vereenigde Staten niet de verplichting aanvaarden, om hun leger en vloot te gebruiken om eenig lid van den Volkenbond bij te staan, tenzij dat in ieder bijzonder geval door het Amerikaansche Congres wordt goedgekeurd en bekrachtigd.’ Eene zwenking die toont dat senator Root, met zijne toezegging omtrent toetreding tot vredesverdrag en volkenbonds overeenkomst na schrapping van art. 10, indruk gemaakt heeft. De actiën van den Republikeinschen candidaat zijn na Root's verklaring bij de gematigden gestegen. Of Cox ze door zijn te laat komende verzekering terugwinnen kan? ‘Het moet inderdaad dien kant uit’, zal de kiezer redeneeren, ‘maar dan doe ik beter den Republikein te stemmen, die eerder en duidelijker verklaard heeft hoe de Volkenbond, waartoe Amerika toe kan treden, behoort geschapen te zijn’.
De langdurige crisis in België schijnt er mede te zullen eindigen, dat Delacroix aan het hoofd blijft eener regeering waarin zoowel liberalen als katholieken en sociaal-democraten vertegenwoordigd zullen zijn, en waarin de portefeuille van buitenlandsche zaken zal zijn opgedragen aan den premier zelven. De annexionisten toonen zich over dit laatste, bij voorbaat, teleurgesteld. Een congres der liberale partij, in de afgeloopen maand te Brussel gehouden, heeft aangetoond dat het zelfs in dezen kring de Vlaamsche volksbelangen niet aan moedige verdedigers ontbreekt; of liever (want dat wist men eigenlijk wel) dat die verdedigers meer kracht konden ontwikkelen dan vermoed was. Zij hebben den toeleg der Franskiljonsche meerderheid, de deelneming der partij aan eene nieuwe coalitieregeering afhankelijk te stellen van de opoffering der reeds door de Kamer (nog niet door den Senaat) aangenomen wet op het taalgebruik in bestuurszaken, en van eene | |
[pagina 327]
| |
verklaring tegen de vervlaamsching der Gentsche hoogeschool, weten te verhinderen. Ware dit doorgegaan, nog meer liberale Vlaamsche kiezers dan in 1919 zouden bij de eerstvolgende verkiezingen tot de Fronters zijn overgeloopen. Of het negatieve succes van Hoste en de zijnen den voortgang van dien afval stuiten kan, staat te bezien. De officieele liberale partij heeft het niet aangedurfd, de Vlaamsche eischen onvoorwaardelijk af te wijzen; evenmin heeft zij ze durven aannemen. Met zulk een houding neemt de bewuste Vlaming geen genoegen meer; en het aantal bewuste Vlamingen neemt toe in elk der drie groote partijen.
C. |
|