die in een vliegtuig naar Moskou is geweest, en rekent op de medewerking van het leger van Mustapha Kemal Pasja in Klein-Azië, de laatste hoop van het Turksche nationalisme. Of dit leger zich met de Bolsjewiki zal kunnen vereenigen? De Noordkust van Klein-Azië is door Engelschen bezet en eenige Italianen; in het gebied van Smyrna staan 40.000 Grieken. Of evenwel in Engeland de lust groot is zich in het binnenland van Klein-Azië te wagen, mag worden betwijfeld.
De Polen, waarnemende dat de Bolsjewiki hun beste strijdkrachten naar den Kaukasus verplaatsten, hebben de gelegenheid schoon geacht tot een offensief, dat vrij wat succes had, maar spoedig door een tegenoffensief beantwoord geworden is, onder leiding van den uit den vóór-bolsjewistischen tijd zoo bekenden generaal Broesilof. Aanvankelijk scheen de geheele winst der Polen weder verloren te zullen gaan, maar de laatste berichten luiden weder wat gunstiger voor hen. Het belangrijke Kiev hebben zij nog niet verloren.
Breekt met het optreden van Broesilof en de beweging tegen Perzië in de geschiedenis van het bolsjewisme wellicht een nieuw tijdperk aan? Er gingen wilde geruchten omtrent de aanstaande vervanging der radenregeering door een onverbloemd militaristisch gezag. In ieder geval zal men met Rusland nog veel te stellen krijgen. Zoolang de toekomst van dit land en daarmede die van geheel Zuidoost-Europa en Voor-Azië onzeker blijft, zal geen definitieve vredestoestand dien van algemeenen oorlog vervangen hebben.
En wie alles over zijn kant laat gaan, is tot nader order - de Volkenbond, die, volgens den geest van zijn statuut, van een oorlogsgeval als het tegenwoordige tusschen Polen en Rusland voorzeker kennis zou moeten nemen.
Zonder Amerika, zonder Duitschland, zonder Rusland, is de geheele bondsorganisatie niet veel meer dan een torso. En niet alleen dat dit zoo is, maar men ziet nog volstrekt niet hoe het zal kunnen veranderen....
C.