uitspelen. De menschen uit het hotel, wàt zij ook al om zijn geld verdroegen; de vrouw die dure dingen mocht koopen; ze duldden niet alles van den ongelukkige, wiens wezen zij raadselachtig vonden, doordien ze de oorzaak van zijn driftbuien en zijn gestadige schamperheid niet begrepen. Zijn vrienden, die dit wel deden, verzetten zich zelden, doch trachtten telkens te overreden. De eenige die lijdzaam verduurde zonder meer, was ‘Hond’. Kees, om hem te smaden, weigerde hem een naam te geven. ‘Hond’, gromde hij achteloos, wanneer hij dacht dat het dier er niet was, en altijd lag of stond het naast hem. De vrienden die hij liet bellen te Parijs, ontroerden, met de concierge sprekend, toen deze van den snuffelaar achter de woningdeur ook al zei: - ‘Ah oui, c'est 'Hondte’, met een hache aspiré!
* * *
‘Hond’ maakte ook de terugreis mee. Samen schijnen zij enkele dagen door de stad te hebben gezworven. Toen is Kees naar de Vecht gegaan, waar wij allemaal een paar zomers naar de natuur gewerkt hadden, waar hij, toen al in botsing met zijn vader, wel nooit rustig vermocht te studeeren, maar toch zijn blijdsten tijd gekend heeft. Geen van de vrienden kon iets vermoeden van zijn terugkomst. Verwijderde kennissen zeiden eerst later, dat ze hem door de stad zagen dwalen. In het water zocht hij den dood. Het was een koele, hoewel zonnige voorjaarsdag. Blijkbaar dorst hij een nieuwe ‘zomervreugd’ niet meer aan. Het langdurige janken van den ouden ‘Hond’, die ook op bedreigingen uit het riet niet week, riep een paar boerenjongens naar den daar eenzamen oever. Toen de doode was opgehaald, bleef ‘Hond’ bij hem waken en slechts met list gelukte het weghalen van het lijk. ‘Hond’ volgde. Toen men hem wegjoeg op het kerkhof, kroop hij aan den achterkant door de heg en legde zich vóór het lijkenhuisje.
Een zorgvuldig ingepakte, niet doorweekte brief ‘aan de politie’ bewees den zelfmoord en gaf het familie-adres, waarheen een tweede couvert ‘aan mijn Moeder’ verzonden werd.
De dochters hebben gemeend het schrijven aan de versufte oude niet te mogen onthouden. Deze laatste smart deed