De Gids. Jaargang 83(1919)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 207] [p. 207] Maan-idylle. ‘Ik ben de maan, ik ben de maan, het liefje van Pierrot, ik zie hem aan het venster staan, tot weenen klaar met zijn gietaar: Pierrot, Pierrot, mijn minnaar bloô, lid van de Firma Smart & Co..... ahi - ahi - aho! Pierrot, Pierrot, heb je verdriet? Neem je gietaar en speel een lied; ik sta te ver voor kus of zoen en kan het met een lied wel doen! Ik ben gevoelig, zacht en week, gegarandeerd door 't waschecht bleek. Ik ben het hart voor 't lijdend hart, de hemelspiegel van de smart, ik ben 't asyl der hysterie, bibliotheek der elegie, ik ben de vrouw der verre min, traditioneel als hartsvriendin, en speel al eeuwen hier mijn rol, mijn hart hangt hoog, lijkt boordevol, want elke straal is lange brief ad libitum voor elke lief: Pierrot, Pierrot, heb je verdriet? Ik ben, ik ben, wie jij niet ziet! [pagina 208] [p. 208] Pierrot, Pierrot, mijn bleeke held, Zeg, mis je liefde, mis je geld, aanbid je daarom nu maar mij, Zeg vond je niemand dichterbij? Heb je wel goed zes hoog gezien, was nergens meer een Colombien, was hier of daar in een Salon geen dame, die je boeien kon? Raakt dan die aarde op zijn end, als geen mevrouw verveling kent? Of zocht je heil'ge min en trouw? - Die vind je bij geen maagd of vrouw! Pierrot, Pierrot, ben ie bedrogen? Ik zou het zeggen aan ie oogen! Brak zij je hart, of brak ze meer en was het heusch de eerste keer? Of werd dit al alleen verricht ter eere van een nieuw gedicht? Want zonder de verstooten min heeft poëzie toch weinig zin! O, 'k hoor het aan de toon der luit, jij werd verlaten door je bruid; zij zwoer je heel een nageslacht, (daar had je zelf niet aan gedacht) doch d'allereersten huwelijksnacht heeft zij een ander toegedacht, en waar' zij weergekomen, je hadt haar opgenomen! Mijn dichter, minnaar, mijn Pierrot, ik ben de maan, ik ben de maan; al gaan mijn stralen door de straat, leef ik hier toch in kuischen staat. Kom, trek je mooiste pakje aan want aardsche liefde is een waan! Grijp nu je vriend, grijp je gietaar, en zing je schoonste hymne nu (geweigerd door een Kunstrevue.) Denk niet aan honoraria! [pagina 209] [p. 209] Ik ben je Pia Anima! Ik ben de heil'ge, bleek en rein, die voor de dichter slechts wil zijn. Pierrot, Pierrot, mijn dichter bloo de min is zus, de min is zoo: ahi - ahi - aho!’ Dop Bles. Vorige Volgende