De Gids. Jaargang 83(1919)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 204] [p. 204] Verzen. De zomer is in 't zaâl getild. Als de zomer donker wordt en 't regent uit den treuren, - Wat kan er ook gebeuren? De zomer is in 't zaâl getild! Wij hebben 't allen zoo gewild! - Als het loof te huilen hangt in 't lange avond-grauwen, - Een zwaar gedragen rouwe - Het is niet koud en 't voelt niet warm Het is al rijk... Dat maakt zoo arm! 't Is al rijk. De aarde ligt in vloed van groen gezonken, Maar zonder bloemenlonken. 't Is nu ál bladeren en gras, Alsof dat bloeien zonde was. In mij brandt iets dat alleen bij voor- en najaar deugde: Mijn sterke kindervreugde Om in 't voltooien op te gaan En 't heel voltooide stuk te slaan! [pagina 205] [p. 205] Vreugde. ‘Geen denken heeft ons uitgedacht: Wij zijn de hoogste strijd der dingen. De sterksten zullen 't Al bedwingen. Zij wetten aan elkaar hun kracht!’ Zóó neemt g'uw beurt in 't drukkend dringen Tot waar uw sterkere u wacht... Daar spelen kinderen... gij lacht! Daar bloesemt Mei... uw hart wil zingen! Ik voel: Wij hebben wijder zielen, - En draag op mijn gewaad Den glans van vreugden, die er vielen! Mij laat die overmaat Van leven ruimte om te knielen: Ik lach... dus God bestaat! [pagina 206] [p. 206] Een Pluisje. Met den grooten, blauwen wind Reist een blaasbloem-pluizeke. ‘Pluizeke, waar naar toe?’ ‘Als geen booze musch me vindt Wip ik over 't huizeke! Zie je wel, da'k het doe! Als er dan géén regen komt: Op een nacht zal 'k luisteren... Onder mij hoor ik al Hoe 't van vallend water gromt En de sparren fluisteren Boven een eenzaam dal!’ ‘Pluisje van het platte land, Dat 's voor hoog gestegenen! Wie heeft je dàt beloofd?! Zeker, - 't ligt wel naar dien kant!’ Als 't maar niet gaat regenen! Als maar geen vogel 't rooft! S. Pinkhof. Vorige Volgende