De Gids. Jaargang 83
(1919)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 301]
| |
Aanteekeningen en opmerkingen.David van Goorle.- Uit prof. Jaeger's Historische StudiënGa naar voetnoot1) verdient onderstreeping het hoofdstuk over den begaafden jongen Nederlander, die, even 21 jaar oud, in een klein Friesch dorpje stierf, en nochtans twee werken naliet, die hem een plaats in de geschiedenis der wijsbegeerte geven. ‘Misschien vindt nog eens een bevoegd schrijver tijd om de verdiensten en tekortkomingen aan te wijzen van een die zich beijverd heeft een van de hervormers der wetenschap te worden’, - aldus sprak Land twintig jaar geledenGa naar voetnoot2), en prof. Jaeger, de filosofie van den jeugdigen hervormer maar kort besprekend, verhaalt wat méér van zijn chemie. Van Goorle erkende maar twee elementen; hij geeft gewicht aan de lucht; hij onderscheidt tusschen damp en lucht; hij ontkent de wederzijdsche omzetting van de elementen; hij heeft een zekere atomistiek. Dat alles deed hij en men bedenke wel dat Van Goorle vóór Descartes en Gassendi kwam. Prof. Jaeger verhaalt dit niet alleen, maar hij heeft ook, met bewonderenswaarden ijver naar den afkomst van den jongen held gezocht, en zeker wel alles gevonden, wat daarover te vinden was; een stamboom kroont het onderzoek, en wij weten nu, dat hij geboren werd in Utrecht, te Leiden studeerde, en te Cornjum in Friesland stierf. | |
[pagina 302]
| |
Van Goorle, aldus oordeelt Land, moest als hervormer mislukken ‘wegens overschatting van het louter formeele denken, dat zoo dikwijls in netelige omstandigheden een valstrik is gebleken voor het talent’. Maar is dit oordeel niet te streng, gelijk ook Land's bewering, dat Van Goorle den vooruitgang der wetenschap in gevaar moest brengen? Want het is dan wel zoo, dat Van Goorle ervaring, wijsbegeerte en uitspraken der heilige schrift gelijkwaardig achtteGa naar voetnoot1); hij moge dan, schoon Aristoteles bestrijdend, zelf menigmaal in het peripatetisch moeras zijn blijven stekenGa naar voetnoot2), Land zelf vermeldt toch Van Goorle's krachtig woord tegen de peripatetische leer der universaliaGa naar voetnoot3), en al gaat de jonge man hier in het spoor der nominalisten, er is niettemin veel zelfstandige overtuiging in dit verzet, en de invloed daarvan moet wel van groote beteekenis zijn geweest. Want men moet wel aannemen, dat Spinoza Van Goorle's werk gekend heeft, en juist in deze zaak zal de groote vaderlandsche filosoof - bij wien de strijd tegen de Entia Rationis zoo heftig is - in den jeugdigen landgenoot krachtigen steun hebben gevonden. Prof. Jaeger geeft aan Van Goorle een krans als voorlooper van Descartes, om zijn atomistiek, hier wil men hem een tweeden reiken als een wegbereider van Spinoza, en hopen op een nog meer uitvoerig verslag van zijn werk, dan wij nu door Land en Jaeger al hebben.
Ch.M. van Deventer. |
|