Buitenlandsch overzicht.
27 April 1919.
Het beste is, op dit oogenblik te zwijgen. De duizend artikelen liggen achter slot, om straks aan Brockdorff-Rantzau en de zijnen te worden vertoond. De Duitschers hebben den indruk, dat men hun toelaten zal de artikelen te bespreken. Zij zullen niet nalaten zich daarbij te bedienen van Wilson's jongste manifest, dat een anderen staat is komen herinneren aan het bestaan van zekere veertien punten....
Italië zit te Fiume, en niemand van die het kunnen, zal veel lust hebben zich met de taak te belasten, het er uit te werpen. Of Italië het zoover zal laten komen? Heeft het, in andere opzichten, de vrienden van gisteren dan niet meer noodig? Verlangt het nergens een mandaat?
Vermoedelijk zal Orlando wel weer aanwezig zijn, als men de Duitschers te woord staat, en is dan door Engeland voor Fiume iets bedacht in den geest van wat men voorheeft met Dantzig. De wereld zal dan een plaats te meer tellen waar de proef genomen wordt met een nieuwe staatsrechtelijke figuur.
De heer Troelstra spreekt van een Europeesche revolutie, alsof hij die voor het bestellen had. Waarin hij voorzeker dwaalt. Waar is eigenlijk Europa? Bestaat het nog? of al weer? In revolutionnaire gisting verkeert nog Duitschland, maar zelfs daar schijnt de beweging over haar hoogtepunt heen. München heeft geen school gemaakt, en de ‘sowjet’-regeering schijnt het in de stad van bier en gemoedelijkheid niet eens tot gruwelen te willen brengen.