en beleedigende wijze het stadsgezicht zal schenden en verknoeien. Dit zal nu eens zijn huis wezen, het huis waaraan zijn naam verbonden zal blijven, en dat zijn ‘cachet d'or’ zal dragen, - grand vin premier crû van den allermodernsten en meest ordinairen wansmaak.
Gelukkig zullen in de toekomst alleen snuffelaars zijn naam terug kunnen vinden in de stoffige archieven van het hypotheekkantoor, waar de koopakte werd overgeschreven, en door het koekebakkers-marmer dat zijn naam en beroep zal vermelden met letters van klatergoud in Duitschen zweepslagenstijl, of door het embleem, dat hij, te midden van randen van helvervigen geglazuurden baksteen en in een omlijsting van gevlochten-riet-motieven, in anilinekleurenpracht zal doen uithakken in het blinkend gepolijste graniet, gelijk dezelfde architect het deed in een anderen gevel in dezelfde buurt, - zal het nageslacht niet te weten komen dat hij het was, die de schoonheid vernielde: alleen zal het zien dat de bouwheer van den nieuwen sky-scraper een man was zonder smaak en gevoel.
Wij, die het weten, niet waar, wij zullen dien naam voor onze kinderen verzwijgen, en ervoor zorgen dat deze moderne stedenschenner geen plaats krijgt in de geschiedenis, - ook niet in die van de zinnelooze vernietiging van oud-Amsterdam. En als onze zonen volwassen en student zijn, zullen wij ze aanmoedigen om op het eind van een òvervroolijken avond het naamkaartje te gaan uitbikken dat de bouwheer in zijn gevel zal plaatsen, - gelijk de cives academici in vroeger eeuw den muur van Oostmeyer hebben omvergehaald in een verheven en van hoogeren schoonheidszin doorlouterde dronkenschap. Of zullen wij het er laten zitten, in de hoop dat een later geslacht den wansmaak beter zal zien dan het tegenwoordige, en op zijn beurt, in edele verontwaardiging, het monster mèt den naam van zijn eigenaar en zijn schepper, aan Slier's nazaat in handen zal geven?
Het is wel te betreuren dat geen macht ter wereld dezen onguren huiseigenaar van zijn heilloos voornemen heeft kunnen terugbrengen. Zelfs van regeeringswege zijn er pogingen toe gedaan, en het zou mij niet verwonderen als ook