De Gids. Jaargang 81
(1917)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 367]
| |
Buitenlandsch overzicht.26 Oct. 1917.Krijgsbedrijven: in Vlaanderen uiterst langzame vorderingen, maar vorderingen dan toch, der Engelschen naar en eventjes over den rand van het Houthulsterbosch. Bij de Franschen lang rust; nu, op eens, een flinke stoot naar de zijde van Laon. In de Oostzee: vermeestering, door de Duitschers, met behulp hunner vloot, van Dagö, Oesel en Mohn, en verdrijving der Russische vloot uit de doorvaart tusschen Mohn en het vasteland, zoodat zij nu de Golf van Riga beheerschen en er over kunnen denken in Esthland te landen (volgens niet bevestigde berichten zou die landing al zijn begonnen). Dringen de Duitschers Esthland binnen, dan zouden zij Reval kunnen bedreigen van de land- en zeezijde tegelijk. Mocht Reval vallen, dan is ook de Finsche Golf geopend en staat Kroonstad aan een aanval bloot. Er was reeds een bericht, dat Kerenski de ontruiming van St. Petersburg door de Russische regeering voorbereidt, en het Kremlin te Moskou tot de ontvangst der bureaux in gereedheid wordt gebracht. In Istrië: Duitsche troepen komen de Oostenrijkers te hulp en drijven benoorden Görz de Italianen wat terug; verhinderen voor het minst hun verderen voortgang.Ga naar voetnoot1) Redevoeringen: Asquith te Leeds, 26 September: Frankrijk moet Elzas-Lotharingen terughebben. - Kühlmann 28 | |
[pagina 368]
| |
September: ‘ik weiger te gelooven dat Engeland zóó iets ten antwoord zou durven geven aan den Paus’. - Kühlmann 9 October: er is geen twijfel meer aan of Engeland heeft zich jegens Frankrijk verbonden, zóó lang in de bres te staan, als Frankrijk zelf bij zijn eisch omtrent Elzas-Lotharingen blijft. ‘Op de vraag of Duitschland met betrekking tot Elzas-Lotharingen eenige concessie kan doen, is het antwoord: Neen, nooit!’ - Asquith te Liverpool, 11 October: de berooving van 1871 was de bron van alle kwaad: de Duitsche diplomatie zal er niet in slagen, ten aanzien van Elzas-Lotharingen, tusschen Engeland en Frankrijk ‘verdeeldheid te zaaien’. Er liepen in de laatste dagen geruchten, die, als zij waarheid behelzen, Kühlmann's ‘nooit’ in een eigenaardig licht zouden stellen. Er zouden, sommigen beweren aan de Westelijke mogendheden, anderen: aan Frankrijk in het bijzonder, voorstellen tot een afzonderlijken vrede zijn gedaan, op voorwaarde dat men Rusland aan zijn rampzalig lot overlaat. Frankrijk zou Elzas-Lotharingen terug kunnen krijgen, mits Duitschland zijn slag moge slaan in Oost-Europa. Het verdonkeremanen dezer voorstellen zou de oorzaak zijn van den val van Ribot (men weet dat deze, in het kabinet-Painlevé, als minister van buitenlandsche zaken vervangen is door Barthou). De voorwaarden heetten, in Zwitserland, door Bülow aangeboden te zijn aan Briand, die er Ribot van in kennis zou hebben gesteld. De geruchten kwamen uit de sinds lang befaamde eendenkooi te Milaan. Het stroomde aanstonds rectificatiën. Bülow was niet in de zaak gemengd geweest, en Briand had geen voet in Zwitserland gezet. Een Belgisch diplomaat zou als tusschenpersoon hebben gediend. Thans heeft Lord Robert Cecil in het Lagerhuis verklaard, dat geen enkel Duitsch vredesvoorstel aan de Westelijke geallieerden ooit te Londen is ontvangen; en de Norddeutsche verklaart alle geruchten die geloopen hebben voor verzinsels. Daarentegen Barthou, in de Fransche Kamer: ‘De vijand is bezig aan een hevig diplomatiek offensief, om de geallieerden te verdeelen.’ Het veiligst zal men gaan, door te veronderstellen dat, in den een of anderen vorm, bepaaldelijk Frankrijk gepolst is over de mate, waarin het zich van Russische belangen zou kunnen of willen losmaken. De Fransche | |
[pagina 369]
| |
Kamer blijft zenuwachtig. Tegen eene motie van vertrouwen in het met Barthou aangevulde kabinet-Painlevé stemden gisteren 137 leden. In Duitschland zelf houdt men zich bezig met de vraag of Michaelis aftreden zal en wie zijn opvolger zal zijn. De debatten in den Rijksdag over de machinatiën der vaderlandsche partij hebben de positie van den Rijkskanselier zeer verzwakt. Sommigen roepen om Bülow, maar de meerderheidspartijen zijn machteloos zonder de socialisten, en dezen zullen Bülow nooit nemen. In Italië, waar de voedselschaarschte hevig nijpt, is gisteren een motie tegen Boselli aangenomen met 314 tegen 96 stemmen; het kabinet zal aftreden. In Engeland heeft de arbeiderspartij een relletje veroorzaakt, door op een oogenblik dat er weinig leden in het Huis waren, de regeering op een binnenlandschen maatregel (premie toegekend aan de landeigenaars voor elke ton petroleum die de regeering uit hun grond haalt) in de minderheid te brengen. Luid gejuich der Labour members, en geroep van ‘Demission’. De zaak is onbelangrijk, behalve in zooverre zij de stemming der arbeiders ten opzichte van Lloyd George's kabinet aan den dag brengt. Nergens wandelen de regeeringen op rozen. Durven zij vrede maken, niet voor hun tegenstanders, maar voor hun eigen volken? Het krijgsgeschreeuw dient wellicht nog in de eerste plaats om iets te overstemmen. Iets dat niet van buiten komt... De eenige regeering die niet als een miles gloriosus spreekt is (behalve de Russische, die dit al sinds maanden niet meer doet) de Oostenrijksche. Czernin hield 3 October te Budapest eene redevoering die woord voor woord door den president eener pacifistenliga zou kunnen worden overgenomen. Als men te Berlijn zoo iets beproeft, klinken er altijd andere tonen bij; heel bekende tonen. Zij ontbraken te Budapest.
Nu de wereld niet naar Stockholm is gekomen, is Stockholm tot de wereld gegaan met een vredesmanifest, dat aan de sociaal-democratische partijen in de oorlogvoerende en neutrale landen is opgedragen. Het herhaalt de Russische | |
[pagina 370]
| |
leus: ‘geen inlijving; geen oorlogsschatting’, beveelt herstel van verwoeste gebieden uit een internationaal fonds aan, en oplossing der nationaliteitsvraagstukken in de richting van internationale garantie voor nationale zelfbesturen, die in Oost- en Zuidoost-Europa zich vereenigen tot federatiën. Een lange lijst van bijzondere voorwaarden volgt, waarvan sommige den smaak der Entente, andere dien der Centralen kunnen vleien. Het lot van Elzas-Lotharingen wordt geregeld bij volksstemming. Een goed deel van dit alles zal ter sprake moeten komen te Parijs, waar Skobelef de lang uitgestelde conferentie der bondgenooten over de herziening van hun oorlogsdoel naar aanleiding der omwenteling in Rustand gaat bijwonen, niet als afgevaardigde der Russische regeering, maar als gemachtigde van den Raad van Arbeiders en Soldaten. De ‘Sowiet’ is zoo machtig gebleven dat men hem niet zal kunnen afwijzen; het is zelfs nog onbekend of er, namens Rusland, een ander dan háár gemachtigde ter conferentie verschijnen zal. De Sowiet heeft zijne instructie openbaar gemaakt en tracht daarmede een nieuw tijdvak in de geschiedenis der diplomatie te openen. Skobelef zal zelfbestuur van Polen, Litauen en Koerland mogen aanbieden in ruil voor de ontruiming dier landen door de Duitschers; hij zal het herstel van België, Roemenië, Montenegro en Servië eischen; een toegang voor Servië tot de Adriatische Zee; eene zelfstandige positie voor Bosnië en Herzegowina en voor de Italiaansche provinciën van Oostenrijk, en voor Elzas Lotharingen een volksstemming. Engeland zal moeten berusten in eene internationalisatie der zeestraten en in teruggave van alle Duitsche koloniën. De Duitsche officieuse pers glundert (hoewel te verstaan gevende dat de Centralen op ettelijke punten bezwaar zullen maken); - de Ententepers zwijgt. Den tijd dien zij over hebben eer zij Skobelef moeten ontvangen, kunnen de bondgenooten misschien besteden aan het nagaan der rekensom die Dr. Karl Ritter von Leth, lid van het Oostenrijksche Heerenhuis en oud-minister van financiën, daareven in de Neue Freie Presse opstelt. De staatsschulden der oorlogvoerenden tezamen zullen eind 1917 tot het zes- of zevenvoud van die vóór den oorlog zijn | |
[pagina 371]
| |
gestegen. Groote mogendheid te zijn, beteekent thans, sedert Aug. 1914 een schuldenlast op zich te hebben geladen van tusschen de 60 en 130 milliard kronen, d.w.z. een nieuwen rentelast van tusschen 3 en 7 milliard. Vrede zonder ontwapening beteekent voor ieder der zes (vergeleken bij de cijfers van vóór den oorlog) eene verhooging van het oorlogsbudget met 6 à 8 milliard kronen. Dat is te zamen 9 à 15 milliard 's jaars meer dan vóór 1914, zonder nog iets in rekening te brengen voor herstel van al wat vernietigd of beschadigd is. Welk Europeesch volk kan zulke bedragen blijven opbrengen? Mars steekt in een slecht vel. Hij blijkt meer versterkende middelen noodig te hebben dan de aarde oplevert, en zal van den arme moeten worden begraven.
C. |
|