wil noch kan, het gevolg is dat de Centralen in staat worden gesteld zich de overige vijanden wel niet van het lijf, maar toch op een nog altijd meer door henzelf dan door die vijanden bepaalden afstand te houden.
Dat wil zeggen, dat de vrede volgens het Entente-programma van dezen winter onmogelijk is en onmogelijk blijft.
Namen Engeland en Frankrijk reeds het programma der Russische democratie over: geen inlijving, geen schadevergoeding?
Naar de letter der oorspronkelijke formuleering zou dit beteekenen: vaarwel Elzas-Lotharingen, vaarwel millioenen voor het herstel van België.
Maar tegen die gevolgtrekkingen komen alle Engelschen en Franschen op; ook de socialisten. En Rusland schijnt nu te antwoorden, dat er accommodementen zijn met de nieuwe machten; dat deze bedoeld hebben, oorlogsschatting uit te sluiten, en een verplichte uitkeering aan België geen oorlogsschatting zou zijn; dat men geen nieuwe inlijvingen gedoogen zal, maar misschien eenige oude ongedaan zou kunnen maken, of bepalen, dat in zake het lot van den Elzas, van Trentino en Istrië, van Pruisisch en Oostenrijksch Polen de bevolkingen zullen hebben te beslissen.
De Duitschers van hun kant komen met het woord: ‘Verständigungsfriede’. Nemen Engeland, Frankrijk en Italië met het geamendeerde programma der Russische arbeiders genoegen, dan is er in beginsel een ‘Verständigungsfriede’: een vrede die noch een Duitsche, noch een Entente-vrede zou mogen heeten, in den zin dien men ten tijde van Wilson's vraag aan die uitdrukkingen hechtte.
Maar zoover is men nog lang niet. Engeland en Frankrijk wachten de gezanten af die het nieuwe Rusland hun gaat zenden, en of wat dezen met Ribot en Lloyd George kunnen overeenkomen in Duitsche oogen op een aannemelijke basis tot een ‘Verständigungsfriede’ gelijken zal, moet de tijd leeren.
Indien de kanselier, die van de Russen geen afzonderlijken vrede bekomen kan, althans den algemeenen vrede nog door hen hoopt te zien ingeleid, heeft hij in zijn jongste rede hen weinig op den weg geholpen.
De inhoud dier rede is louter negatief. De kanselier wil zich noch door Scheidemann, noch door Roesicke laten voorschrijven wat voor vrede hij te bedingen heeft. Door