de Armoede’, nu ontbering zich opdringt zelfs aan de rijken! ‘Omdat ik arm ben en het wil zijn en blijven, ben ik vrij: vrij tegenover mijzelven en tegenover anderen. Alle macht, die de stof zal verliezen aan mij, zal zij niet toekomen aan den geest? Zal mijne ziel niet veerkrachtiger zijn en meer verzekerd in wat zij begeert, naarmate zij zal ontlast zijn van allen vleeschelijken lust?’
Een andere leer van ‘den vrijen mensch’ hééft weerklank in onzen tijd gevonden: Un Homme Libre naar de denkwijs van Maurice Barrès, waarin het denkbeeld ‘de n'avoir pas de domicile’ het eenige was, dat aan Franciscus' ascetisme even kon doen denken. Overigens een leer der uiterste, zij het vergeestelijkte, zelfzucht, waar de jongeren onder ons uit willen - al vóór den oorlog uit wilden.
Wat de tijd tevens wilde, wàs eenvoud: minder materialisme. En ook de kunst dròng terug tot den eenvoud, tot deze schoonheid, tot schoonen eenvoud.
Dat was zoo vóór 1914. Nu dringt, nu dwingt immers alles er meer toe! Treffender voorbeeld dan ooit is thans deze schoonste mensch uit de roomsche kerk; hij, van wien bijvoorbeeld onze Sint Maarten slechts een schamele nabootsing geeft, hij, wien ‘de armoe moeder, vrouw en koningin’ was, die de liefde stelde waar de macht was: Franciscus van Assisi ‘apostel van den vrede, patriarch der democratie’...
Welk een figuur, hij, nu voor de kunst: voor een tooneel van den schoonen eenvoud, de schoonheid, gestyleerd tot eenvoud - een waarlijke vergeestelijking.
Daartoe de medewerking aller roomschen van smaak en van aanzien in de residentie te vragen; in hunne beurzen te mogen putten; het zou een doen voor dezen tijd zijn, als de schoonste voorbeelden van Italiaansch maecenaat er geen treffender aanwijzen.
Dáár had, wat Berlage al jaren geleden voor Gysbreght wilde; wat - de roomsche - Der Kinderen voor Vondel zich droomde; in een visie van Sint Franciscus' geestelijke pracht kunnen vervuld zijn.
Helaas, wat de doortastende werker Molkenboer niet had meegebracht uit Amerika en ook niet uit zichzelven had, was de ziel, die dit kon scheppen.