De Gids. Jaargang 81(1917)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 365] [p. 365] De zwerver spreekt Op stillen tocht en eenzame ommegangen, Voel ik mij dichtst bij die mij zijn gebleven Als starren in dit al te duistre leven, En 'k leef in hen en ken geen vreemd verlangen. Liefde is het louterst, die van brandend prangen Noch bang begeeren weet, - wier durend streven Is: lichtende gedachtenbeelden weven, Op liefdes zoet stramien uit strijd gevangen... Toch, soms, - als wolkenveere' in heldre luchten, - Waart door mijn klaar gemoed een teeder duchten, Dat mijn zóó stil beminden leed geschiedt... Dan: om hun haardsteên heimlijk te beveilgen, Waak ik 's nachts aan de poorten mijner heilgen, En 'k bid voor hen, maar zij, zij weten 't niet. Jan Veth. Vorige Volgende