Lemberg gericht front in belangrijke mate te verzwakken. De druk des vijands is sedert Hindenburg's optreden aan het hoofd van den generalen staf zoozeer toegenomen, dat niet alleen alle voortgang der Russen is gestuit, maar dezen al hun krachten hebben in te spannen om niet weder uit het heroverde gedeelte van Wolhynië en uit de Boekowina te worden teruggeworpen. Het kunnen kwalijk troepen van dàt front zijn, die de verplettering der Roemeniërs in het noorden der Dobroedsja zullen voorkomen. Staan er andere, in genoegzamen getale en in genoegzame nabijheid, gereed?
En Sarrail? Vroeg men, een half jaar geleden, een Ententeman wáárvoor die daar te Saloniki stil lag, dan was, onder knipoogen, het antwoord steevast: ‘en vue de certaines éventualités.’ Was het meedoen van Roemenië dan niet de mogelijkheid waarop gezinspeeld werd? Men zou zoo zeggen dat thans het oogenblik is aangebroken om van de aanwezigheid van Sarrail's vrij aanzienlijke en, naar men aannemen moet, van al het noodige welvoorziene macht het volle profijt te trekken. Sarrail is niet geheel werkeloos; maar het blijven, na de bezetting van Florina door de Serviërs, ondernemingen op kleine schaal. Het maakt den indruk, òf dat ook thans de volle kracht nog niet ingezet wordt (waarom niet, zou intusschen onbegrijpelijk zijn), òf dat de Bulgaren ook daar veel sterker zijn dan iemand heeft kunnen vermoeden; òf... dat er van het gansche leger van Sarrail te hoog is opgegeven.
Hoe het zij, één ding is zeker: de loop der zaken op den Balkan heeft Griekenland er te elfder ure van teruggehouden, in het schuitje van Venizelos te stappen. De kansen op het succes van de beweging waartoe de lang getergde Kretenser eindelijk het sein gegeven had, leken een maand geleden niet gering. Thans schijnen zij gelijk nul geworden.
Het oogenblik, waarop een volk omslaan en zijne regeering medesleepen kan, is voorbij; de psychische factoren, tot zulk eene gebeurtenis noodig, moeten zijn verlamd.
In plaats van medewerking te ondervinden van het Grieksche volk, moet de Entente de maatregelen, die zij voor de veiligheid harer strijdkrachten noodig acht, één voor één afdwingen. Zij pleegt dan telkens haar zin te krijgen, maar wat zij niet krijgt, is een nieuwen bondgenoot.