De Gids. Jaargang 80(1916)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 104] [p. 104] Tot den zomer. Zomer, laat uw teedre kleuren bloeien Als een fulpen gloeien In uw hoven: Winter deerde fel veel klare klanken: Leeg van lied en danken, Leeg van loven, Rezen uit den nacht de vale dagen, Drok doorjoeld van vlagen, Wild van regen. Zomer, zend uw heir van luwe winden, Dat ze stuwend stuiven lijk de hinden Langs de wegen. Feest'lijk mogen uwe voog'len fluiten, Wijl niet langer mijne wenschen muiten Noch staâg mokken. [pagina 105] [p. 105] Kinderblijde spele door uw rijken, Dat het dorre en dreigend zwijgen wijke, Zang van klokken. Roep de stille bloemen stralend open Als een eindlijk fijn-vervulde hope Na moe beiden. Zomer, laat uw dapp're vlammen spoelen, Dat ik schouwe glanzig-gouden doelen, Sterk in 't strijden. Käthe Mussche. Vorige Volgende