woon man, een hoogst belangwekkende verschijning: een figuur - met gevaarlijks aan zich.
Ik had voor deze vertooningen gretiger belangstelling verwacht, vooral na de volle zalen, bij de, eveneens dure, opera-voorstellingen verkregen. ‘Na Reinbòth, Reinhârdt, dem Reinen ist alles rein’, spotte de vrijmoedige der Haagsche Post. Juist! Al schimde er de Duitsche gezant, deze deed dit ook bij Reinbòth.... Het zijn bij Reinhardt zes ernstige tooneelavonden geweest, en dat, aan het eind van zulk een miserabelen tooneelwinter, als onze eigen tooneelbestuurders ons hebben bereid.
Tevens was het een prestatie, aan welke iedereen kon voelen, dat.... een Duitscher een ander mensch is dan een Hollander. Sterk bleek dit al dadelijk bij Macbeth. Stemming heeft daar, heel den avond, ontbroken. Hoeveel inspanning bleek er ter koste gelegd; maar.... juist: er was te veel, veel te veel; het bleef staâg Duitsch-opdringerig. En het geheimzinnige kwam daarbij nooit.
Aan heel de vertooning was een kant van ‘Derbheit’, welke ongetwijfeld belangwekkends had, en die er weer was den volgenden avond, toen, mèt zulke Derbheit, Strindberg's ‘derbe’ pessimisme tot zijn volle recht is gekomen. In Gespenster heeft Paul Hartmann als Oswald verrast; het was altijd zeer goed en aan het eind oorspronkelijk en van diep-treffende kracht. Doch zonderlingerwijs bleek de meesterregisseur Reinhardt met de rol der moeder een vrouw van groote gaven te hebben opgescheept, Frau Else Lehmann, die, voortreffelijk als de hoofdfiguur in Hauptmann's Diebsgeschichte van den Biberpelz, voor mevrouw Alving in geen enkel opzicht deugde.
Bij elementen van precies-rake kracht - ook de dominee van Jannings was uitstekend - had de Gespenster-vertooning er van geestelijke bontheid en, als gezegd, van bevreemdende onvoldoendheid. Biberpelz had soberder en daardoor fijner kunnen zijn, maar ook deze vertooning had groote kwaliteiten.
Met Strindberg is het meeste bereikt. Het was een om vele redenen onvergetelijke avond. Want wat deze Duitschers ons nu brachten, was naar den geest, naar het recept, van wat, twintig jaar geleden, de Franschman Antoine ons is komen