Dat is een politiek; maar hoe denkt de kanselier op deze voorwaarde vrede te sluiten? Hoe krijgt hij voor die politiek ik zeg niet Rusland, maar de Westelijken mee? Wil hij althans België ruimen? Niet zonder meer. ‘Auch hier gibt es keinen status quo ante.’ België mag geen Entente-vazal blijven, en daartoe moet aan het Vlaamsche volk een ‘gezonde, breede’ ontwikkeling op de basis van zijn taal en Nederlandsch karakter worden verzekerd.
De ‘gezondste’ ontwikkeling van een volk, dachten wij, is die welke uit het volk zelf voortkomt en er niet bij tractaat door anderen aan wordt ‘verzekerd’.
Een vredesprogramma is dit alles niet; het zijn slechts een paar voorname eischen, zonder welke van onderhandeling niet eens sprake zal kunnen zijn. De lijst der Duitsche desiderata is natuurlijk langer. De kanselier sprak niet over den Balkan, niet over Voor-Azië, niet over de koloniën, niet over het zeerecht.
De Entente acht zich niet in de noodzaak gebracht, die beide hoofdeischen in te willigen. Herstel van den status quo ante in België is steeds door haar vooropgesteld, en dat het Rusland niet aan zichzelf denkt over te laten geeft Engeland gedurig te kennen. Het heeft, in Voor-Azië, den bondgenoot hard noodig.
Op de door Bethmann genoemde voorwaarden komt dus de vrede niet tot stand, tenzij de militaire toestand geheel in het nadeel der Entente veranderen mocht. Waarop weinig uitzicht schijnt overgebleven. In Voor-Azië maken de Russen vorderingen. Bij Riga, Dunaburg en elders op hun front tegen de Centralen hebben zij wel geen groote voordeelen behaald, maar nog veel minder zijn zij er aan de verliezende hand geweest. Voor Verdun houden de Franschen het nog altijd uit. Het loopt naar Mei, en op geen enkel der fronten schijnt eene beslissing nabij. De vernietiging van het Pruisische militairisme blijft hersenschimmig, evenzeer de vernietiging van Engeland's macht ter zee. Het aantal verstandige lieden die èn in Duitschland èn in Engeland deze waarheid met nuchterheid trachten te leeren beschouwen neemt zonder eenigen twijfel toe, maar de meerderheid vormen zij nog niet.
Onderwijl wordt, naarmate de oorlog langer duurt en elk