De Gids. Jaargang 80(1916)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 281] [p. 281] Non victa. Geweld en Moedwil waren op den hoogen Throon Belzebubs gestegen; aan hun voeten Lag de geslagen Schoonheid. Wreede stoeten Van slaven stonden rondom - onbewogen. Brànden, wier schijnsels flakkrend opwaarts vlogen, Vlamden verschrikking. Honden kwamen wroeten In 't heilge tempelpuin; zij lekten bloed en Nergens was eerbied meer noch mededoogen... Toen hief de Schoonheid zich en sprak: Gij telgen Van euvle kracht en lust die wild gedijt, Gij kunt in vierige victorie zwelgen, Knechtende waar gij oppermachtig zijt, - En zóó mijn aardsche tenten wel verdelgen, Maar nimmer mijner zielszucht eeuwigheid! Jan Veth. Vorige Volgende