gebiedende van zijn held als krachtsideaal tot voorbeeld heeft gesteld.
Bovendien, hij was een maatschappelijk zeer bevoorrecht, een geestig, een op den voorgrond tredend corps-student geweest. In onafhankelijkheid van gedragingen, in minachting voor den filister, in uit de hoogte snedig smalend van zich af spreken, is er altoos iets van den Leidschen aristocraatstudent in hem gebleven. Waar hij een tegenstander te pakken kon krijgen, leek deze bij hem op een donderjool te zijn.
En dan: hij was, niet in het gilde, maar daarbuiten, in kringen, die der kunst verre stonden, begonnen met voor hare miskende rechten op te komen. Hij had dat gedaan met kracht en met kennis. Met reden had hij bewondering afgedwongen. Niemand had hij toen gevonden, die tegen hem opgewassen kon heeten. In die rol van alléén-weter is hij allengs vastgegroeid.
Maar dit alles werkte er slechts toe meê, zijn moed om te getuigen en zijn kracht tot handelen te scherpen. En in het bij hem zoo eendrachtig samengaan juist van die twee groote eigenschappen ligt de beteekenis van zijn schitterende verschijning. Toen hij, de dertigjarige jurist, die veelzijdig in kunst had geliefhebberd, voor het eerst in het openbaar optrad, was hij, recht op de zaak afgaand en niets ontziende, in de eerste plaats de man van het scherp aanvallende woord. Zijn ‘Holland op zijn smalst’ was een doorwrocht gedocumenteerde aanklacht. Het was echter nog meer dan dat. Niet alleen toch legde hij de bedroevende verschijnselen der kwaal bloot, hij gaf er ook de diagnose van. Niet alleen gaf hij de diagnose, hij schreef ook de medicijn voor tot keering van het kwaad. De wakkere en vèr ziende schrijver wees er niet slechts op, waar de beschamende leemten lagen in de Nederlandsche kunst-behartiging, - hij wist ook in een volledig schema aan te geven, op welke wijze die leemten konden worden aangevuld. Feitelijk kwam hij in zijn beroemd gebleven alarmkreet aan het verbaasde Nederland een tot in onderdeelen uitgewerkt veldtochtsplan voorleggen.
En dat is, wanneer wij het magistrale artikel thans, na drieënveertig jaar, als een stuk van historische beteekenis lezen, het bewonderenswaardige ervan. Bewonderenswaardig