galm te geven, zoodat de sterke verbeeldingen des dichters nog voor onze oogen kunnen oprijzen, Vergilius zelf zou daarvoor herboren moeten zijn en misschien zou hij zeggen: ‘wat ik in het Latijn kon doen, is mij niet mogelijk in eenige andere taal’.
Mr. De Koning heeft de moeilijkheden die hij zich oplegde wel beseft; dat hij er niet voor is teruggedeinsd, pleit voor zijn durf. In een woord vooraf schrijft hij:
‘Het heeft mij niet overbodig geschenen, na vele anderen, nogmaals een vertaling van dit heldendicht in onze taal te beproeven, en ik hoop dat men deze pogingen zal blijven herhalen, tot iemand een vertaling maakt, die de kracht bezit tot het Nederlandsche volk door te dringen’.
Hoe zal, zelfs voor een kleineren lezerskring - want aan ‘het Nederlandsche volk’ durf ik in dezen niet te denken - zulk een vertaling moeten zijn? De tijd voor paarsgewijs-rijmende alexandrijnen, gelijk Vondel ze in zijn vertolking van 1660 schreef, is voorbij; zulk een echo, hoe schoon ook klinkend, vertrouwen wij, die voor historische atmosfeeren eenigszins gevoelig zijn geworden, niet heel goed meer. En ook zijn zwierige proza-vertaling van '46 is te zeer een fraaie Hollandsche renaissance-bouw, dan dat wij daar de sfeer van Vergilius' woorden het zuiverst benaderd zouden gelooven.
De Nederlandsche hexameter dus?
‘Het in hexameters geschreven werk heb ik ook in hexameters weergegeven’, vervolgt Mr. De Koning. ‘Ik heb echter, in de behandeling van deze versmaat, eenigszins mijn eigen voorschriften gevolgd. Want het kwam mij voor, dat de Nederlandsche hexameter, zooals ik dien bij andere auteurs heb aangetroffen, te veel onder den invloed van Latijnsche regels, te weinig overeenkomstig het eigen taaleigen was. De belangrijkste wijziging is wel deze, dat ik voor de eerste lettergreep van het vers, naast dactylus (-⌣⌣) en spondaeus (- -), ook den trochaeus (- ⌣) heb toegelaten. Waar de Nederlandsche lettergrepen vaak zwaarder zijn dan de Latijnsche, leek het nuttig, het vers lichter en leniger te maken’.
Dit lichtere bespeurt het oog reeds - vóór het oor zich te luisteren zet - bij het overzien van Mr. De Koning's