| |
| |
| |
Hollandsche steden bezien met Belgische oogen.
Amsterdam et Harlem, par L. Dumont-Wilden. Ouvrage illustré de 125 gravures. Paris, librairie Renouard, H. Laurens, éditeur, 1913.
Wanneer een schilder twijfelt omtrent zijn arbeid, en hij zich den tijd niet gunnen kan het schilderij te keeren tegen den wand, om dat later met frisscher oogen te beschouwen, dan neemt hij een spiegel, en beziet het daarin gevormde beeld. Of wel - doch dan moet hij jong en mager wezen. - zelf vormt hij het spiegelbeeld, door het hoofd te steken tusschen de beenen.
Wien de gelegenheid ontbreekt langdurig buitenslands te gaan, om bij terugkomst een frisschen kijk te krijgen op ons doen en laten, die neme waar, hoe ons land zich weerspiegelt in de oogen van een vreemdeling. Natuurlijk mits die vreemdeling tot ons komt zonder vóóroordeel, en een deskundige is, die zich den tijd gunt rond te zien.
Als zoodanig kan de schrijver gelden, wiens bovengenoemde studie opgenomen is in de reeks Villes d'art célèbres. Het is de eerste dezer verzameling, welke op ons land betrekking heeft.
Hoe verschillend vatten samenstellers van zulke werken hun taak op, al naar hun eigen landaard!
Ieder Nederlander kent en gebruikt de duitsche kunst-steden-reeks. Die groene boekjes vormen zijne noodzakelijke bijlage tot den rooden Baedeker, zoowel in Duitschland als in Italië. Wat vloeien die germaansche kunst-beschrijvers over van geleerdheid! Maar... van wege de vele boomen
| |
| |
zien zij bijna nooit het bosch, en wonderlijk onartistiek zijn de photo's, welke den tekst heeten te verduidelijken. Daarentegen geeft de Italiaan goede prentjes. Maar zijn tekst is een doorloopende serenade. - En de Engelschman? Keurig schetst hij met het potlood, want mylord versmaadt de al te goedkoope camera. Doch de praktische Brit stelt altijd meer belang in geschiedenis dan in kunst, en daarenboven blijft hem steeds de engelsche mist omringen, welke scherp zien belet.
Geheel andere eischen stelt de fransche lezer. Zijn boek moet zijn doorzichtig en elegant als de fransche atmosfeer. En al is Dumont-Wilden een Belg, hij weet voortreffelijk aan die fransche eischen te voldoen. Trouwens een bevoegd fransch beoordeelaar noemt hem ‘l'un des esprits les plus clairs des lettres belges contemporaines’: Zoo geeft dan ook zijn boek nooit te veel, nooit te weinig, en... wat 't beste is: wekt op tot denken. Niet dat geschroomd wordt voor eigen oordeel uit te komen! Integendeel zet de schrijver ons vierkant op onze juiste plaats. Maar dank het uiterst fijn bewerktuigde instrument, waarvan hij zich bedient: de fransche taal, geschiedt zulks op eene wijze, welke geenszins onze gevoeligheid kwetst... en daarenboven overtuigt.
Van de amsterdamsche oude gebouwen - het raadhuispaleis incluis - heet het bij Dumont-Wilden: ‘Aucun de ces monuments ne suffirait à faire l'illustration d'une ville; leur principal mérite, en somme, est de bien s'encadrer dans les constructions anonymes, qui, par leur variété et leur pittoresque font le charme et l'originalité d'Amsterdam. Les palais içi n'ont pas plus d'importance que n'en eurent les princes, et Dieu lui-même s'est logé, en Hollande, comme un bourgeois.’
Toch acht onze buurman dat raadhuis wèl het bekijken waard! ‘Cette construction massive en pierre grise a beau avoir été conçue dans le style classique, elle est, extérieurement du moins, d'un caractère bien Hollandais, et c'est ce qui en fait l'intérêt... Ces bourgeois, même dans leurs dépenses de luxe, ne perdaient pas le sens de la mesure. C'est précisément ce qui fait la beauté de leur palais triomphal; il garde je ne sais quelle modestie puissante, et son ornamentation sobre est une excellente adaptation de l'architecture
| |
| |
classique à ce climat du Nord... Dans sa magnificence, cet hôtel de ville reste accessible. On voit qu'il fut fait autant pour contenir des bureaux que des salles d'apparat. Toutes ces petites fenêtres, qui percent sa façade de haut en bas, devaient éclairer le travail ponctuel des employés exacts, qui donnaient à l'Amsterdam du XVIIe siècle une administration modèle, et rien, dans cet édifice un peu sombre, ne fait songer à la demeure d'un roi’.
Over den binnenbouw van 't paleis-raadhuis is Dumont-Wilden minder goed te spreken. Hij vindt het ‘un peu provincial’. Heeft men wellicht verzuimd hem er op te wijzen hoe gruwelijk dit gemeentehuis verknoeid werd tot paleis? Waren alle schotten en lorren verwijderd, welke dit door Lodewijk Napoleon in beslag genomen gebouw stempelen tot het schandmonument onzer slavernij - vreemd genoeg, als zoodanig door de Oranjes vromelijk bewaard! - dan zoude zeer zeker Dumont-Wilden's oordeel over het inwendige gunstiger luiden. Want wel verre van ‘provinciaal’ te zijn, weet ik nergens ter wereld een samenstel van gangen en wandelhal hetwelk wedijveren kan met dat van het amstersche raadhuis. Mèt het trappenhuis en de voorhallen van het paleis te Caserta, schepping van Lodewijk van Wittel (Luigi Vanvitelli) leveren de thans tot feestzaal bedorven Atlas-hal, en de nu in mootjes gehakte ommegang van het quasi-paleis, het doorslaand bewijs dat onze architecten tot de meest grootsche scheppingen in staat waren, en dat alleen de omstandigheden hen dwongen ‘bourgeoisement’ te bouwen.
Maar als meesters in de burgerlijke bouwkunde schat dan ook Dumont-Wilden onze architecten zeer hoog. Iets wat op het eerst allicht verbaast, want wij zijn gewoon onze zuidelijke broeders, evenals de Franschen zelven, vastgevroren te denken in de Lodewijk-stijlen.
Integendeel; en zoo Cuypers senior niet te zeer wordt bewonderd, voor het werk van Cuypers junior en voor dat van Berlage heeft Dumont-Wilden open oog. Vooral de Beurs van laatstgenoemde trekt zijn aandacht: ‘L'architecte a habilement interprété l'art populaire du pays et il a accentué ainsi le caractère national de son oeuvre. Elle est peu aimable, peu séduisante pour un Français, mais on ne saurait méconnaitre sans injustice sa puissance de logique et son originalité.’
| |
| |
‘Au reste, à mesure qu'on pénètre le caractère d'Amsterdam, l'espèce d'austérité particulière qui y règne, on apprécie davantage l'extérieur même de l'édifice. Cette tour carrée, massive, prend sa valeur parmi les monuments qui l'entourent: on l'avait trouvée lourde, elle parait vigoureuse, et, située non loin de cette place du Dam, berceau de la cité, elle finit par prendre une allure symbolique.’ Die laatste zinsnede zoude Dumont-Wilden voorzeker nu niet meer neerschrijven, evenmin als deze andere: ‘Amsterdam est une des seules cités de l'Europe, ou l'on ne trouve guère d'exemple de ce Louis XVI international, qui est le style préféré des sociétés de crédit au XXe siècle.’ Want als paddestoelen rijzen thans Lodewijk-paleizen uit het amsterdamsch moeras, en als straks de Bijenkorf lustig zoemt, zal niemand's oog meer getroffen worden door Berlage's beurstoren. Die is dan verdwenen in de troostelooze huizengeut, welke het eenmaal breede, schepenrijke Damrak vervangt. Zoo ook haaste, wie nog van Campen's meesterwerk wil genieten, zich Damwaarts voordat de broekenpaleizen het in den hoek hebben geduwd!
Natuurlijk vormt bij Dumont-Wilden de schilderkunst de hollandsche hoofdschotel. ‘Ce qui fait la gloire universelle de la Hollande, ce que lui donne un rôle dans l'histoire de la civilisaton, ce n'est ni son héroisme municipal, ni son esprit colonial et maritime, ce n'est pas ce génie commercial qui en fit au XVIIe siècle la première puissance financière du monde, ce n'est même pas cette tolérance philosophique qui lui valut un temps d'être le refuge et la patrie d'adoption des plus libres esprits, c'est son école de peinture.’
Veel van wat hij omtrent onze schilderschool brengt, is, zooals van zelf spreekt, reeds door anderen opgedischt vóór hem. Maar in hoe fijnen schotel wordt ons het gerecht voorgezet! ‘Avec cet art nous sommes en confiance, nous sentons qu'il ne nous dépasse pas, et c'est alors que nous faisons le projet de le connaitre chez lui. Et en effet, c'est chez lui qu'il faut le voir. Mais là, après l'enthousiasme d'une première visite aux musées, nous éprouvons généralement une déception, qui ne s'apaisera que plus tard.’
‘Dat ‘plus tard’ is bij Dumont-Wilden o.a. gekomen - schrik niet, hollandsche lezer! - door een wandeling in de
| |
| |
vlaamsche duinen, welke hem tegelijk met ons land, het volkskarakter openbaarde. 't Was op een Zondagnamiddag, op een dier herfstdagen, aan welke de zee-atmosfeer een zoo bizonderen stillen glans verleent. ‘C'était doux et un peu triste, c'était surtout intime et calme.... Le rêve ne s'élève pas bien haut dans ce pays sans cime, mais il vous berce tous les soirs.... Comme ils parâitraient déplacés ici et déraisonnables les grands mouvements de l'âme, ceux de l'ambition, comme ceux de l'amour! Il ne faut vivre dans ce pays, que si l'on sait le prix de la vertu quotidienne, ou si l'on a rudement appris le danger qu'il y a à s'élever au-dessus de soi-même et des autres.’
Moet niet erkend worden dat Dumont-Wilden het land heeft begrepen hetwelk een Thomas à Kempis kon voortbrengen?....
‘Ce sont ces sentiments d'humilité acceptée’ - aldus gaat de schrijver verder - ‘que les peintres hollandais, mieux encore que les flamands, ont exprimé avec une force patiente et une intensité minutieuse.... La Beauté, que les artistes des grandes races brillamment douées découvrent dans le rêve et imposent à force de génie, ces peintres modestes et tranquilles la dégagent, à force de patience, de la plus pauvre réalité quotidienne.
Mais cette beauté intime et d'ordre psychologique en quelque sorte, ne fait pas tout l'intérêt de la peinture Hollandaise.... Ils ont enseigné à voir la réalité.... Pour un maître italien, même pour un grand réaliste comme le Tintoret par exemple, un vase, une corbeille de fruits, un ustensile de ménage, accessoires bien secondaires dans leurs tableaux, c'est un vase quelconque, une corbeille de fruits, un ustensile de ménage le premier venu: un Hollandais fera le portret de ce vase, de cette corbeille, de cet ustensile; il en verra la physionomie particulière et il nous apprendra à la voir; si bien que ces humbles peintres longtemps dédaignés par les théoriciens de l'esthétique, ont fini par imposer à toute la peinture une discipline de l'oeil, d'où sont sorties toutes les recherches coloristes ou luministes des écoles modernes.’
Doch genoeg om te doen beseffen dat het dezen franschen Belg inderdaad is gelukt zich Holland en de Hollanders in te
| |
| |
denken. En al is dan ook zijn boek in de eerste plaats voor Frankrijk bestemd, niet minder dan Fromentins meesterwerk verdient dit spiegelbeeld de aandacht van den Nederlander, die zich rekenschap wil geven èn van de grootheid èn van de tekortkomingen van eigen kunst. Hem zullen ook niet eenige onjuistheden en vergissingen hinderen. Want werd nog steeds verlangd van wie een boek aankondigt, dat hij corrector's werk verricht, dan waren hier te verbeteren een paar onderschriften onder plaatjes (Volendam is niet zulke statige gevels rijk!), ware te wijzen op een enkel onvoldoend gedocumenteerd oordeel (over Rembrandt's Staalmeesters) en eenige vergissingen, welke doen zien dat zelfs de best ingelichte vreemdeling voorzichtig handelt met even zijn arbeid door een ingeborene te doen nalezen. ‘On a souvent besoin d'un plus petit que soi.’
Doch dat alles is van zéér ondergeschikt belang. Als reis-overzicht van wat Amsterdam, Haarlem en omstreken, bieden aan kunst, kan men zich bezwaarlijk voortreffelijker arbeid denken dan deze studie. En ook de afbeeldingen verdienen, wegens keuze en uitvoering, allen lof.
R.P.J. Tutein Nolthenius. |
|