Bij een hoop berken-blokjes gaat hij houtjes kloven met de bijl, blanke houtjes, waarvan één zijde nog heeft de witte en roomgele bast met kringetjes van donker-bruin en mosgroen. Een volle arm draagt hij er van naar het kamertje, achter de kachel.
Met droge spaanders steekt hij de vlam in de kachel, legt wat hout boven de opknetterende vlammen. Op de kachel zet hij een ketel met water en nu neemt hij een koffiemolen uit de kast en gaat malen, tusschen zijn breede, stijve knieën de molen. Uit het laadje schudt hij later de koffie in het koperen keteltje, dat op tafel staat te blinken.
De oude man loopt met een bruin-aarden kannetje zijn huisje uit. Hij loopt stil zijn weg van iederen morgen, door den hof, het hekje door en over het voetpad, dat in de weide plat getreden ligt en dat naar de hoeve onder de boomen leidt.
Dáár gaat hij de melk halen, het halve pintje voor de koffie.
- Goeden morgen, - zegt de oude man als hij de melkkamer binnenstapt. - Goeden morgen, buur - antwoordt de boerin en zij neemt het kannetje aan, dat hij haar toesteekt.
De vrouw schept uit den blank-koperen melk-emmer de tinnen maat boordevol en stort de melk met één gulp over in het kannetje. Nog eens schept zij met de maat in den vollen emmer en geeft een scheutje toe op het halve pintje.
De oude man haalt uit zijn diepen broekzak de linnen beurs en telt zwijgend vier centen in de roode, vleezige hand van de boerin.
Hij neemt zijn volle kannetje aan en stapt voorzichtig de drempel over naar buiten.
- Goeden dag, menschen - roept hij tot de boerin en tot de meid. De meid staat bij de pomp de vaten te wasschen. Zij kijkt van haar werk op en zegt hem met een vriendelijke knik goeden dag.
De oude man loopt naar zijn huisje terug met kleine schuifelpassen, draagt voorzichtig het volle kannetje, waarin de melk bij elke pas tegen het randje glijdt.
Op den akker, waar 't koren gezaaid zal worden, ploegt de boer de mest onder de aarde, paarse landbanen in de zon. Hij steekt zijn stok in de hoogte als groet voor den ouden man. Maar deze houdt zorgvuldig zijn kannetje en let op, dat geen gulpje melk over het randje glijdt.