begonnen en waarmede het een eind gevorderd was: de regeling der positie en grenzen van Albanië, en de bemiddeling tusschen Oostenrijk en Servië, is rust op den Balkan een eerste vereischte. Europa zal de nota dus niet inslikken, en als het er de Jong-Turken niet enkel om te doen is geweest Kiamil te verdrijven, maar zij inderdaad aan hun land de proef meenen schuldig te zijn wat een laatste heroïeke poging nog opleveren kan, zal de oorlog weer moeten beginnen. De bondgenooten zullen dan wel niet op Tsjataldsja storm loopen, maar op Gallipoli, en van de jongste overwinning der Grieksche vloot partij zoeken te trekken om alsnog te doen wat in het eerste stadium zoo vreemd werd verzuimd: de linie zelve in den rug te vallen. Als die onder twee vuren kan worden genomen en Stamboel siddert, zal Kiamil wel weer voor den dag worden gehaald om den vrede te teekenen.
Dit is wel zeker, dat tot dusver de jongste Porte-revolutie eerder met meewarigheid dan schrik door de omstanders is aanschouwd. Men ziet er eene stuiptrekking in en geen regeneratie.
Frankrijk is zeer tevreden dat zijn vertegenwoordigers het wel van zich hebben kunnen verkrijgen den man tot president te verkiezen die door de stem van het publiek tot dat ambt werd aangewezen. Ik lees in l'Opinion deze karakteristieke smeekbede van een kiezer tot zijn senateur: ‘Envoyez-le à l'Elysée! Là au moins nous l'aurons pour sept ans’. Eene verzuchting, zegt die Poincaristische senateur, die èn mijn candidaat èn mijn kiezer eer aandoet, maar minder eerbiedig is tegenover het parlement...
Het kan niet anders dan de opinie niet slechts van Frankrijk maar van Europa bevredigen, dat de candidatuur mislukt is van een man, die niets representeerde dan de afgunst op de superieure verdiensten van een ander; die uit het donker werd gehaald alléén omdat hij was ‘un homme de second plan’.
Het ‘groote kabinet’ heeft intusschen veel geleden. Niet ieder die onder Poincaré wilde zitten, meende te kunnen blijven onder Briand. En om een nietigheid die nu al weer vergeten is, moest even vóór de presidentsverkiezing Millerand de plaats ruimen, waar heel het Fransche volk hem met