De Gids. Jaargang 76(1912)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 330] [p. 330] Grijze dag. Noordwijk aan Zee. De zee heeft geenen einder meer; Zij lijkt onwerkelijk, een droom Van grijze en zilv'ren tinten teer Boven de witte brandingzoom. Daar zwerft geen vogel aan de lucht; Geen zeil, dat in den nevel hangt - Geen vorm beweegt - en geen gerucht, Dat mijn geloken aandacht vangt. Maar immer deunt een klaagzang, die Bij wijlen zwelt, bij wijlen kwijnt: De eentoon'ge golvenlitanie, Die geen begin heeft, en geen eind. En met den melodieuzen val Dier vage bidstem van de zee Klinkt uit der ziel verholen hal Een eender-deinend zingen mee. [pagina 331] [p. 331] Ik weet de verre tijden niet Van mijn doorlachen, prilste Lent, Waar 'k niet dit stil, eenzelvig lied In wakk're nachten heb gekend. Hoe dat het éénig wezen kan, De vreemde mijm'ring van het kind, En 't droomen van den rijpen man, Die buiten 't leven zich bezint? Zoo sta 'k nog met denzelfden schroom Voor 't oude wonder van weleer.... 't Is àl een grijze en zilv'ren droom.... De zee heeft geenen einder meer. - P. Otten. Vorige Volgende