verbetering te zoeken. De benoeming van von Marschall is te Londen bijzonder goed opgenomen. Als er gesproken moet worden, heeft men liefst met een heelen man te doen.
En Haldane voor de tweede maal naar Duitschland. Er is iets gaande, en het kan alleen iets goeds zijn. Men wil zich althans niet langer voor elkander verstoppen.
Wat het zijn zal? Verwacht alles, lieve vrienden, behalve eene aanstaande vlootreductie. Daar lijkt het niet naar. Integendeel: Churchill heeft juist weer te verstaan gegeven, dat hij de ‘Wehrvorlage’ (die al geen ‘Vorlage’ meer, maar reeds perfecta lex is) met bouwbespoediging zal moeten beantwoorden.
Wat thans beproefd wordt, zal, als het lukt, eerst werken op heel langen termijn. Maar men zal althans het onwaardig schouwspel niet langer beleven, dat twee staten als Engeland en Duitschland het voor de som der wijsheid aanzagen, elkander te bespionneeren, en den moed niet vonden elkander in de oogen te zien.
Door de schuld der sociaal-democraten is het Bethmann-Hollweg gemakkelijk gevallen, zich uit eene situatie te redden die bedenkelijk had kunnen zijn als hij met verstandiger Rijksdagsleden te doen had gehad. De Keizer had aangerand, en nu maakte Scheidemann te onzaliger uur hem tot den aangerande, en kon de kanselier om de leelijke zaak heen praten.
Want leelijk wàs de zaak in hooge mate. Wat beteekent de constitutie, aan Elzas-Lotharingen verleend, wanneer een wettig gebruik der constitutioneele rechten met de bedreiging der inlijving bij Pruisen mag worden beantwoord?
De ongeloofelijke loslippigheid des Keizers heeft het den Elzas-Lotharingers, als zij het vergeten mochten zijn, nog weer eens goed duidelijk gemaakt wat hen van Pruisen scheidt en scheiden blijft. De indruk in het Rijksland is zeer diep. Men brult er niet op zijn Scheidemann'sch, men antwoordt met groote waardigheid, maar met die trilling in de stem die bewijst dat het hart geraakt is.
Een mooie geste: na zoo plompe bedreiging het besluit tot het aannemen eener eigen landsvlag.
De Rijksdag is uiteen. Het groote politieke vraagstuk der