van de wereld niet langer worden geduld. Is Frankrijk wegens de nabijheid van Algiers gesteld op ‘bijzondere politieke rechten’, het zal zich op den duur onmogelijk kunnen onttrekken aan ‘bijzondere politieke plichten’. Het worde protector van Marokko gelijk het protector van Tunis is.
Het heeft zich, vóór het kabaal van 1905 ontstond, bij geheim tractaat verbonden in zoodanig geval in het deel van Marokko, vlak tegenover de straat van Gibraltar gelegen, het protectoraat aan Spanje te zullen overlaten, en deze mogendheid toont duidelijk genoeg dat zij Frankrijk het gegeven woord nimmer schenken zal. Maar het overschietende deel is groot en gewichtig genoeg om aan alle redelijke eer- en belangzucht van dengene die Algiers bezit, te voldoen. Met Engeland had Frankrijk zich reeds verstaan. De afdoende regeling der Marokkaansche zaak zou niet buitengemeen moeilijk geweest zijn, als Duitschland er niet geweest was.
Het is zoo natuurlijk, dat Duitschland redeneert: wanneer er thans nog gebied in Afrika te verdeelen is, ben ik aan de beurt, en niet een van de reeds verzadigde mogendheden. In het onbevredigd blijven van sterke, primaire aspiraties van een zich groot en machtig wetend volk is een ernstig gevaar gelegen. De ketel is eng, de drukking hoog; - diende er niet, in aller belang, voor een veiligheidsklep gezorgd?
Maar wie zal er vrijwillig toe overgaan, zich voor Duitschland uit te kleeden? Eén zou het moeten doen, want iedere lap is reeds toebedeeld. Dit maakt de oplossing der Marokko-zaak zoo verbazend moeilijk, en de waarschijnlijkheid zoo groot, dat er meer dergelijke zaken volgen zullen.
Voor het oogenblik is Duitschland in een moeilijk parket, waarin het zich zelf gebracht heeft. Men vraagt niet aan eene mogendheid: welke van uwe koloniën mag ik hebben? Zulk een A spreekt men niet uit tenzij men gereed is tot Z door te gaan. Staat ons dit thans te wachten?
Bij deze gelegenheid zal het wel niet zoover komen. Maar op den duur?
Welke koloniën zullen het eerst gevaar loopen? Zulke die aan mogendheden behooren welke ze braak laten liggen.
Het is van Frankrijk een zeer onvoorzichtige daad geweest, de overeenkomst van 1909, die eenmaal bestond en als een nationaal succes werd beschouwd, niet royaler uit