Buitenlandsch overzicht.
De Britsche Rijksconferentie.
23 Juni 1911.
Toen gisteren koning George de oude Abdij betrad, werden niet slechts de drie Engelsche luipaards, de klimmende leeuw van Schotland, de harp van Erin voor hem uitgedragen, maar ook (na dien van Indië, door Lord Curzon getorst) de standaards der Dominions. En de armilla was, behalve met de roos van Tudor, de Schotsche distel, het Iersche klaverblad, den draak van Wales, de Indische lotos, ook met een ahornblad bestikt, dat Canada, met eene mimosa die Zuid-Afrika, met het Zuiderkruis dat Australië, met vier sterren die Nieuw-Zeeland verbeeldden. Een ongekend groot aantal plaatsen was, in de eivolle kathedraal, aan de vertegenwoordigers der Britsche landen van overzee ingeruimd. De tijden veranderen, en zelfs de kroningsplechtigheden met hen. De zaak der Britsche Rijksorganisatie zal, zegt men, op de bijzondere aandacht mogen rekenen van the sailor King, die al die verre landen kent, van eigen aanschouwing.
Het is een der pakkendste wereldproblemen van thans, die Britsche Rijksorganisatie. Hoe zal zich de merkwaardige betrekking tusschen de oude moeder en de opgeschoten dochters ontwikkelen?
Er is veel filiale piëteit bij dat kroost, maar ook groot gevoel van eigenwaarde.
Sedert 1887 plegen, om de vier of vijf jaren, de eerste ministers der Dominions met de leden van het moederlandsche Kabinet te Londen bijeen te komen. De moreele beteekenis dezer vergaderingen is niet te miskennen, maar de practische resultaten waren tot dusver gering.