Aanteekeningen en opmerkingen.
(Gedroomd) gesprek met president Fallières.
De President. - Wat voert u tot mij, Mijnheer?
De Bezoeker. - Mijnheer de President, hoewel dagbladschrijver van professie, kom ik niet u interviewen, maar om een gunst - niet alleen voor mijzelf.
- ?....
- Zoowel in uw groote, als in ons kleine land, verwacht men natuurlijk allerhand bate van uw bezoek. Voor den invoer, voor den uitvoer, misschien zelfs voor de internationale politiek: dat Vlissingen géén fort zal krijgen....
- Ter zake, Mijnheer.
- Pardon, President. 't Was maar bij wijze van tegenstelling. Mag ik Fransche couranten gelooven, dan stelt de buitenlandsche staatkunde van Frankrijk wel degelijk belang in ons.
- Natuurlijk, maar ik begrijp niet goed...
- Mijnheer de President, Frankrijk hecht dus aan zijn invloed. Welnu, 't heeft hier gróóten invloed gehàd. Iedereen, hier, sprak vroeger Fransch. 't Was de eerste vreemdetaal, die men leerde. Deftige briefwisseling ging in het Fransch. Ons tooneel leefde van het Fransche. Naar aanleiding van een Engelsch boek over den invloed van Frankrìjk op Engeland's Renaissance, heeft een onzer letterkundigen nog pas in een bondige samenvatting doen beseffen, wat onze oude letteren, met onzen grootsten dichter te beginnen, uit den Franschen geest hebben geleerd. Zooals de Haagsche schildersschool - onze groote roem nu in de Nieuwe Wereld -