Een succes van meer blijvenden aard durf ik den schrijver van De Gordel van Hippolyta niet voorspellen.
Wat van het stuk te zeggen? Het is noch vleesch noch visch. Voor een deel lijkt het een parodie, genre Belle Hélène en Orphée aux enfers, van het mythologisch verhaal van Theseus' strijd tegen de Amazonen, die bekroond wordt met de roof van de Amazonen-koningin Hippolyta.
Dat is, in het eerste bedrijf, de strijd over het al of niet bestaan van de door Theseus en zijn tochtgenooten gezochte Amazonen en de verschijning van de vrouwelijke afgezanten van Hippolyta op Theseus' schip. Verder, in het tweede bedrijf, de aankomst van Theseus' gezanten, den zanger Pareitheöus, den slaaf Lykomedes en Prins Deiphilos op het Amazonen-eiland, welks bewoonsters door dit bezoek in vuur en vlam raken. Tot zoover is de handeling die van een opéra-bouffe: ‘Dis-moi, Vénus, quel plaisir trouves-tu...?’ zouden de eiland-bewoonsters kunnen zingen.
Maar dan wordt het ernstig en... vervelend. Dan krijgen wij de groote opera: een in boeien geslagen zanger, wanhopige liefde, en de strijd daartegen, met tot slot een gelukkige vereeniging van Hippolyta en Theseus.
Hoe er met den gordel van Hippolyta, waar het Theseus om te doen is, wordt gesold en gegoocheld, is even onduidelijk als de (mogelijk) diepere beteekenis van het drama, dat, waarschijnlijk ter voorkoming van mogelijke aanmerkingen van wijsneuzige theoretici, door den schrijver als ‘fantazie’ betiteld wordt, en, voor nòg grootere zekerheid, in een communiqué aan de dagbladen ‘groteske’ werd genoemd.
Maar hoe het dan ook heeten moge, het heele stuk, zoowel het komische als het ernstige gedeelte, is in taal en wijze van voorstellen zwaar op de hand. Luchtige, kluchtige tooneelen, vlugge dialogen, geestige rijmen verlichten en verluchten het niet. Verrassen doen enkel één tooneeltje en één origineele figuur.
Het tooneeltje is dat, waar de jongste der Amazonen, de vijftienjarige Chreuse, het kind van de Amazone Philomela en van Lykomedes, die zestien jaar te voren het eiland bezocht, voor het eerst een man ontdekt. Dank zij vooral mevrouw Royaards' allerbekoorlijkst spel en guitige dictie, werd dit een aantrekkelijk stukje kunst.