komen nu de Schotsche edellieden en de soldaten aangesneld en begroeten Malcolm met den kreet: ‘Salut, roi d'Ecosse!’
Maar wat deze proza-vertaling onderscheidt en er een groote bekoorlijkheid aan geeft, is het op vele plaatsen gerythmeerd proza, waarin zij vervat is.
Zoo, in het eerste bedrijf, het antwoord van Lady Macbeth op de mededeeling dat Duncan zich voorstelt den volgenden dag te vertrekken:
O jamais le soleil ne verra ce demain.
Zoo Duncan's optreden waarin op de woorden: ‘La situation de ce château est délicieux’, in prozavorm deze versregels volgen:
L'air suave et léger par sa seule présence
y flatte tous les sens...
In Macbeth's alleenspraak vindt men de volgende gerythmeerde en een enkel maal zelfs rijmende prozaregels: Est-ce un poignard que je vois devant moi? Viens que je te saisisse!... ou n'es-tu qu'un poignard de la pensée, fallacieuse création d'une tête embrasée?... C'est le sanglant projet qui prend corps à mes yeux... etc.
Op een andere plaats trof mij nog: O temps, tu préviens mes exploits redoutables!...
Met hoe groote artistieke conscientie Maeterlinck zich aan dezen dichterlijken arbeid gezet heeft, blijkt ten overvloede uit de ‘Notice’. Niet alleen dat hij op de hoogte toont te wezen van de verschillende lezingen van Macbeth, en van de critiek daarop in Engeland uitgeoefend; het blijkt dat ook al de Fransche vertalingen van Shakespeare hem bekend zijn. Dat de vertalingen van eenzelfden passus zoo uiteenloopen - hij geeft een voorbeeld van zeven verschillende reproducties van twee regels uit het laatste tooneel van het 3e bedrijf van Macbeth - verklaart Maeterlinck in dit beeld:
‘De nederige vertalers zijn tegenover Shakespeare als even zoovele schilders, gezeten voor eenzelfde bosch, eenzelfde zee, eenzelfden berg. Elk hunner zal er een verschillende schilderij van maken. Een vertaling is, bijna zoo goed als een landschap, een “état d'âme”. Boven, onder, òm de letterlijke en literaire beteekenis van den oorspronkelijken zin zweeft een innerlijk leven, bijna niet