schijnselen. De sprongen naar boven worden grooter met ieder jaar.
De draagkracht der natiën, hoezeer dan ook evenzeer toenemend, houdt met stijgingen als deze toch geen gelijken tred. Alle groote mogendheden geraken, meer of minder duidelijk, reeds in geldelijke moeilijkheden.
Arme Sijmen moet betalen. Maar men begint aan de uiterste grens te komen van wat men hem opleggen kan. Wil men nog meer, dan moet men het halen van waar het is. Bülow wilde in Duitschland een uiterst bescheiden stap in deze richting doen, en is er over gestruikeld, in een land van algemeen stemrecht. Asquith zet een reuzenstap in dezelfde richting, en heeft kans zijn zin door te zetten, in een land zonder algemeen stemrecht. De panacee blijkt niet proefhoudend!
Vóór de slag werd aangegaan, is Asquith in het Lagerhuis nog eens over de noodzakelijkheid, om tot uitbreiding van het vlootprogram over te gaan, geïnterpelleerd. Was er met Duitschland omtrent wederzijdsche beperking der bouwplannen dan geen overleg mogelijk? Was dit geen zaak voor het initiatief der Britsche regeering? En Asquith: ‘wij hebben het initiatief genomen’.
De bekende geschiedenis, in deze kroniek reeds meer dan eens vermeld. Duitschland heeft geantwoord dat zijn vlootprogram zijn reden van bestaan vindt in zichzelf en niet afhankelijk is van den aanbouw bij andere mogendheden. Waarop Engeland gerepliceerd heeft dat zijn vlootprogram enkel nog afhankelijk was van dat van andere mogendheden. Het natuurlijk standpunt uan den sterkere die in ieder geval de sterkere wil blijven, gelijk dat van Duitschland niet bevreemden kan in eene macht die meent er nog te moeten komen.
Als de Duitsche regeering soms nog van meening veranderen mocht, zeide Asquith verder, zou Engeland de kennisgeuing daarvan met grooten bijval begroeten. Ook dit gezegde bevreemdt niet. Het kaatsspel kan nog tot in het vervelende toe worden voortgezet.
Ten minste, als de belastingbetalers er geen einde aan maken. De Britsche regeering heeft begrepen dat het geraden was, ‘the poor man’ te ontzien. Zij komt nu met ‘the poor man's budget’, de belastingvoorstellen naar het hart van den arme. In het Lager-