beweging naar den ontvanger te doen vliegen, kan hij gerust in een museum van antiquiteiten opbergen.
Dat er bij een inkomstenbelasting geknoeid wordt en dat de wet middelen aan de hand doen moet om dat geknoei, voor zoover het maar eenigszins mogelijk is, tegen te gaan, betwijfelt tegenwoordig geen enkel verstandig voorstander van de inkomstenbelasting meer. Maar de bewering dat een inkomstenbelasting eigenlijk alleen passend is voor een Staat als Pruisen met een oppermachtig leger van ambtenaren, is voor een boek dat wetenschappelijk wezen wil, toch wat al te kras.
In Zwitserland bestaat de inkomstenbelasting met strenge contrôlemaatregelen in verschillende kantons; hier te lande is de inkomstenbelasting van de gemeenten uit practisch bekend geworden. Wij kennen daardoor haar deugden en haar gebreken, maar dit heeft niet weggenomen, dat de principieele strijd tegen eene algemeene rijksinkomstenbelasting vrijwel uitgestreden is. Het denkbeeld dat wij in ons belastingstelsel een rijksinkomstenbelasting hebben op te nemen, is haast gemeengoed geworden. En zou de heer Ingenbleek nu in ernst meenen dat men in België zooveel vrijheidslievender is dan in Zwitserland of hier?
Zeker, de inkomstenbelasting is geen foutlooze belasting, maar wie naar zulk een belasting zoekt, zal in dit ondermaansche zijn gading niet vinden. Toen de heer Ingenbleek eenmaal de onjuiste tegenstelling tusschen de inkomstenbelasting en de personeele belasting maakte, had hij het criterium voor een keuze anders moeten stellen. De personeele belasting, als verteringsbelasting naar uiterlijke kenmerken, heeft op de inkomstenbelasting zonder twijfel voor, dat haar toepassing gemakkelijker is overeen te brengen met de in de belastingwet neergelegde grondslagen. Bij de inkomstenbelasting is de afstand tusschen het doel der wet en hetgeen er in de uitvoering van terecht komt, grooter.
De vraag is nu: wat verdient de voorkeur, eene minder gebrekkige toepassing van een belasting naar minder juiste grondslagen of een minder volkomen toepassing van een belasting die in haar grondslagen beter en rechtvaardiger is? En dan moet, niet alleen voor een land als Pruisen, de inkomstenbelasting het van het personeel winnen.
Maar, zooals reeds werd opgemerkt, de heele tegenstelling is