Een regeering, die scherp haar beginselen belijdt, schept daardoor den inzet van den electoralen strijd. Van een scherp aangeven der lijnen van het regeeringsbeleid echter is in deze troonrede geen spoor. Dat het ministerie zich voorstelt te regeeren ‘naar de beginselen levende in de rechterzijde’ moet men interpoleeren uit de regeeringsverklaring van 10 Maart met behulp van de zeer bescheiden en vage verwijzing, die de troonrede daarheen bevat
Wat het Kabinet wil brengen op het gebied van de sociale wetgeving is, met uitzondering van het thans toegezegde wetje op den nachtarbeid in het bakkersbedrijf, alleen op te diepen uit het debat bij het optreden in Maart. Er spreekt uit de troonrede geen oogenblik enthousiasme; wel klinkt er de stem in van den gedesillusioneerde.
Het meest ontnuchterd zal de heer Kolkman zijn. Hij toch vond den toestand der nederlandsche financiën van dien aard, dat hij geen andere versterking daarvan weet te vinden dan door het overnemen van de zoo veel gesmade plannen van zijn voorganger. De heer De Meester heeft school gemaakt: zijn opvolger kondigt aan een verhooging van het successie-recht en een algemeene inkomstenbelasting, waarbij nog een kapitaalbelasting als aanvulling. De heer Kolkman heeft het ‘jurare in verba Magistri’ nog verder voortgezet. Voor het volgend jaar zullen opcenten op de vermogens- en bedrijfsbelasting, wel is waar ‘een matig aantal’, worden voorgesteld. Ook is de verhooging van den accijns op het gedistilleerd in aantocht. Mocht die laatste belasting voor het bestaande tekort niet geheel noodig zijn, dan zal, wat er overblijft, strekken tot aequivalent van een verlaging van den suiker-accijns. Voorwaar, over gebrek aan esprit de suite bij het ministerie van financiën kan niet worden geklaagd! Misschien werd bij het hooren van deze passages uit de troonrede een enkel lid der rechterzijde wel herinnerd aan een hem van ouds bekend refrein: ça ne vaut pas la peine assurément....etc.
Maar indien al deze belasting-verhoogingen moeten dienen tot dekking van het tekort, dat in de millioenen-nota op niet minder dan tien millioen wordt geschat, hoe zal dan het geld gevonden worden voor de sociale hervormingen? Daarvoor zal - het hooge woord is er uit - het tarief voor invoerrechten moeten dienen. Zoo kondigt de regeering zich dus aan als protectionistisch, maar