De Gids. Jaargang 72(1908)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 156] [p. 156] De wijze. Aan een' avondstillen vijver Duister-hooge boomen staan... En een zilver-grijze wijze Komt daar langzaam langs gegaan. En zijn handen blank gezegen Langs de grauwe monnikspij, Gaat hij met gebogen hoofde Onder stille boomenrij. En zijn oogen waren henen Langs het wijde watervlak, Waar een eenzaam witte lelie Even 't zwijgend duister brak. En dë oogen opgeslagen Staart hij in de lichte lucht, Waar een eenzaam zwarte vogel Zoekt en zweeft in zware vlucht. En de wijze staat en mijmert... En een lach waart rond z'n mond, Nu hij in de witte lelie, In den vogel zich hervond. [pagina 157] [p. 157] En hij gaat met stille schreden, Ver in vrome mijmerij, Met omhoog geheven hoofde, Als een God nu... jong en blij. - Eenzaam is de grijze wijze In het late licht gegaan, Waar aan avondstillen vijver Duister-hooge boomen staan. Nico Oosterbeek. Vorige Volgende