gevaardigde raakte hier aan de wonde plek in het Nederlandsche rechtsleven. Wat Goethe zei van het recht en de wetgeving in het algemeen, geldt ten onzent in dubbele mate van ons burgerlijk procesrecht: als een eeuwige ziekte sleept het zich voort. Geschoeid op fransche leest, maar zonder de lenigheid, die de Fransche rechter aan het geduldige papier van de wet weet te verleenen, gemaakt in een periode waarin diligence en trekschuit de vervoermiddelen waren, ook voor hem die geen oogenblik had te verliezen, moet het Nederlandsche procesrecht nog bijna onveranderd dienst doen in den tijd van telefoon, telegraaf en automobielen.
Dit verwijt treft de wet, niet haar uitvoering. Doch hoever is het er van af, dat uit de wet de volle kracht gehaald wordt, die er aan is te verleenen. De wet maakt ondanks haar feilen een vrij spoedigen loop van een proces mogelijk, de praktijk is het die van den procesgang maar al te vaak een caricatuur heeft gemaakt. Ge procedeert tegen een spoorwegmaatschappij - het voorbeeld werd door den interpellant gegeven - omdat een uwer naaste verwanten uit den trein gevallen en omgekomen is en gij schadevergoeding eischt, wijl ge het ongeval aan de schuld der maatschappij toeschrijft, en ge zijt vijf jaar na het ongeval pas genaderd tot het bewijs door getuigen hoe op den bewusten avond van het ongeluk het portier van den spoorwegcoupé was gesloten! Welk herinneringsvermogen van een medepassagier is tegen die stille maar zekere kracht van den tijd bestand? Of wel, er is een procedure tot echtscheiding, waarin volgens de wet gedurende de procedure de kinderen, uit het huwelijk gesproten, aan één der beide echtgenooten worden toegewezen, en tot aan de uitspraak, die eerst na een paar jaar plaats heeft, is de andere echtgenoot, die ten slotte het proces wint, van zijn kinderen verstoken geweest!
Vraagt men - de fouten der wet ter zijde gelaten - wat de oorzaak is van dezen ongehoorden toestand, die een schande is voor een beschaafden staat, dan is het antwoord, dat de rechtscolleges met werk zijn overladen; de zaken stapelen zich zoozeer op, dat soms eerst na een jaar een proces kan bepleit worden en eerst na twee jaar een dag kan gevonden worden voor een getuigenverhoor.
Ook tot den vorigen minister waren vertoogen gericht door