Bibliographie.
Dr. A. Matschosz, Die Kriegsgefahr von 1867; die Luxemburger Frage. - Breslau, G. Kreuschmer, 1908.
Een vrij bonte en ongelijkwaardige, maar door zijn uitgebreidheid nuttige verzameling gegevens tot de kennis van het Luxemburgsche vraagstuk van 1867, uit Fransche, Duitsche, Luxemburgsche, Nederlandsche boeken, mémoires, couranten, publicaties van officieele stukken, saamgelezen. Het artikel van Mr. W.H. de Beaufort, in de Gids van 1895 (III, 504), met zijn aanhaling uit papieren van den minister Van Zuylen, is er niet in vergeten.
Men kan zeggen dat het magazijn zoo kompleet is als het worden kan, eer de diplomatieke archieven voor genoemde periode geheel zullen worden ontsloten.
Of die echter veel nieuws brengen zullen? Het verloop der feiten staat wel reeds in hoofdzaak vast; de moeilijkheid zal echter steeds blijven, tot de bedoelingen, met name die van Bismarck, door te dringen
Men heeft van die bedoelingen de meest uiteenloopende voorstellingen gegeven. Mr. de Beaufort (aangehaald artikel, blz. 525), acht ‘veel grond voor het vermoeden’ aanwezig, ‘dat Bismarck in 1867 den oorlog met Frankrijk, wellicht ook met Nederland, wenschte.’ Zelf ontkent hij dit in zijn ‘Gedanken und Erinnerungen’ ten eenenmale, op gronden die voor menigeen, ik moet bekennen ook voor mij, veel aannemelijks hebben. Met de mogelijkheid en zelfs waarschijnlijkheid van een oorlog met Frankrijk hield hij ten volle rekening, maar in 1867, vóór de vereeniging der Zuidduitsche belangen met die van den Noordduitschen bond nog eenigermate bevestigd was en vruchten had gedragen in de hervorming van het militair systeem der Zuidduitsche Staten, kon hem die niet welkom zijn. Frankrijk, als het dan aanvallen zou, moest gelokt worden tot een aanval onder omstanstandigheden, die het karakter van bedreiging der veiligheid van geheel Duitschland onmiskenbaar zouden doen schijnen. Een oorlog in 1867 op grond van het Luxemburgsche incident zou voor de Zuidduitschers vermoedelijk die beteekenis nog niet hebben gehad.
Voor een man, minder groot in het beheerschen van zichzelf en de omstandigheden dan Bismarck, zou het aanvaarden van den oorlog, reeds in 1867, overigens een ware uitkomst geweest zijn. Hij had, om over Oostenrijk te kunnen triumfeeren, den fantast Napoleon moeten misleiden op een wijze, die geen groote mogendheid zich kan