democraten daarvoor nooit te vinden zouden zijn. Zoo vervreemdde men den uitersten vleugel links. En omgekeerd: de houding omtrent het blijvende gedeelte joeg rechts tegen het kabinet in het harnas. Een krachtige, werkelijk hervormende politiek op het gebied der defensie had aan de regeering sterker ruggegraat verleend en de linkerzijde, ook haar uitersten vleugel, de gelegenheid gegeven zich met geestdrift voor het ministerie aan te gorden.
Dat alles neemt echter niet weg, dat onoprecht is in de houding der rechterzijde de verontwaardiging over het beleid der regeering, voorzoover dit niet het blijvend gedeelte der militie raakt, en over de uitgaven, die voor de verdere plannen zijn te wachten. Het is bekend genoeg, hoe voor de rechterzijde, zoodra het haar eigen ministers gold, geen plannen te bezwarend en geen uitgaven te duur waren. De minister Staal werd door haar niet warmer toegejuicht dan bij zijn eerste begrooting, toen zijn redevoering juist velen zijner politieke vrienden te militaristisch getint scheen. Laat men zich toch duizendmaal er voor wachten, te meenen, dat van een minister der christelijke partijen de werkelijke bezuinigingen en de vervorming van het leger tot een volksleger te wachten zijn!
Het ministerie-De Meester was zwak in zijn politiek ten opzichte der nationale defensie, maar niet zwakker dan vorige regeeringen. Het noodlot wilde alleen, dat het optrad in een tijd, waarin gelukkig meer en meer de aandacht van het geheele volk zich daarop ging vestigen, omdat men inzag, dat het zóo niet langer kon. De eerste ook meest bescheiden stap in hervormende richting bezorgde de regeering maanden van kommer en een stille oppositie, die voortdurend werkzaam was. Maar het vraagstuk is aan de orde en een oplossing moet worden verkregen. Die oplossing zal komen, langzaam, zeer langzaam, maar zeker.
Intusschen, al predikt de rechterzijde nog zoo lang, die onbedwingbare zucht tot verbetering der defensie zullen velen weigeren in haar votum te zien. Zij zullen er in hooren de stem tegen grondwetsherziening, tegen kiesrechthervorming, tegen de democratische maatregelen, die aanstaande waren. Die van de baan te schuiven zonder dat men er vierkant tegen behoefde te stemmen of andere plannen er tegenover behoefde te stellen, was te verleidelijk dan dat men zich daartoe deze schoone gelegenheid zou laten ontgaan.