Bibliographie.
Fransch Woordenboek, door K.R. Gallas. Deel I Fransch-Nederlandsch. Deel II Nederlandsch-Fransch. Sneek. J.F. van Druten.
Er was een schade in te halen op het gebied van Fransch-Hollandsche en Hollandsch-Fransche woordenboeken. Die van Calisch, van Delinotte en Nolen, Campagne's Dictionnaire in 5den druk herzien en vermeerderd door P. van Duinen, mogen hunne verdiensten hebben en voor schoolgebruik kunnen volstaan, - hen die in de fijnheden van het Fransch wenschten door te dringen, en die gaarne een ruimer voorraad van woorden en beteekenissen te hunner beschikking zagen gesteld, lieten deze woordenboeken maar al te vaak in den steek, althans onbevredigd.
En daar worden wij nu in eenzelfde jaar verrast met twee nieuwe woordenboeken, die beiden aan uitvoerigheid en nauwkeurigheid weinig te wenschen overlaten. Abondance de biens ne nuit pas, of, zooals de heer Gallas vertaalt: ‘hoe meer, hoe beter.’ En zoo begroeten wij dan ook, naast Herckenrath's werk, dit woordenboek, waarbij de vervaardiger eveneens den Dictionnaire général van Darmsteter, Hatzfeld en Thomas tot grondslag nam, maar verder rechts en links zijn bouwstoffen verzamelde om er een geheel nieuw boek uit samen te stellen, met groote ingenomenheid. De kleine leemten, welke wij, in een vorige Bibliographie, in Herckenrath's werk aanwezen, vonden wij op diezelfde woorden bij Gallas niet. Een dagelijksch gebruik zou er ons zeker ook bij hem weer andere doen aantreffen. Zoo misten wij, nu reeds, achter résignation, naast ‘gelatenheid’ en ‘onderworpenheid’, het zeker niet minder voor de hand liggende ‘berusting’. Achter déjeuner dinatoire lezen wij de vrij zonderlinge verklaring: ‘een tweede ontbijt, dat zóó lang duurt dat 't tevens voor middageten kan gelden.’ Achter Remontrer missen wij: ‘en remontrer à quelqu'un’. Wel worden wij hier verwezen naar Curé en vinden daar dan het spreekwoord: ‘Gros-Jean qui veut en remontrer à son curé’; maar ‘remontrer quelque chose à quelqu'un’, ‘vouloir en remontrer à quelqu'un’ zijn uitdrukkingen, die niet enkel in dit spreekwoord, maar algemeen gebruikt worden in de beteekenis van ‘iemand de les lezen’, ‘het beter willen weten, zich wijzer voordoen dan een ander’...
Maar wij zoeken niet verder naar kleine leemten, waar elke bladzijde ons het duidelijk bewijs geeft van de groote zorg, waarmede de heer Gallas zijn arbeid verrichtte. In tegenstelling met de meeste Fransche woordenboeken is hier het deel: Nederlandsch-Fransch omvangrijker (ongeveer 150 kolommen) dan het deel: Fransch-Nederlandsch. De Indische woorden van F.P.H. Prick, het Technisch woordenboek van Ten Bosch en Unger, de artikelen: ‘Roomsche woorden’ en ‘Hervormde woorden’ van A.W. Stellwagen in De Gids van 1901, de Nederlandsche Plantennamen door de Natuur-historische vereeniging uitgegeven, zijn den bewerker hierbij van dienst geweest. Daardoor heeft dit deel niet alleen een grooten omvang maar een bijzondere waarde verkregen.