Bibliographie.
Anthologie des poètes français contemporains, 1866-1906, par G. Walch. Tome troisième. Paris Ch. Delagrave. - Leiden, A.W. Sythoff.
Stortregens en gure winden, zooals die welke in de afgeloopen maanden de natuur onveilig maakten, plegen de vogels, die onverzettelijke optimisten, niet te verhinderen, hun hoogste lied uit te zingen. En als de vogels zijn die andere zangers, welke men dichters noemt. Politieke buien, maatschappelijke stormen vermogen niet hen tot zwijgen te brengen: ook zij zingen tegen den wind in, als ging hun dit alles niet aan.
Zoo is het mogelijk geworden dat tusschen 1866 en 1906 het in die veertig jaren zwaar beproefde en door politieke stormen hevig bewogene Frankrijk op een oogst van poëzie heeft te wijzen, overvloediger dan misschien in eenig tijdperk vóór dien.
De Anthologie van den heer G. Walch, waarvan thans het laatste deel het licht heeft gezien, geeft ons in drie deelen van ongeveer twee-honderd-veertig dichters en dichteressen een reeks gedichten, verschillend in stemming, in kleur, in diepte, in vormschoonheid, maar nagenoeg alle getuigend van dien ‘magnifique effort vers la Pensée et l'Harmonie’, waarvan de verzamelaar in de inleiding tot den eersten bundel spreekt.
In dit derde deel vindt men o.a. Edmond Rostand, Charles Guérin (wiens dood op vijf-en-dertigjarigen leeftijd voor enkele maanden in de letterkundige wereld groote ontroering heeft gewekt), Albert Samain, Fernand Gregh, Saint-Georges de Bouhelier, Paul Fort, Jehan Rictus; van de Belgische dichters Iwan Gilkin, Elskamp, Max Waller, Van Lerberghe, en - wel eenigszins vreemd - ook Edmond Picard, den een-en-zeventigjarige, hier vertegenwoordigd met één sonnet uit zijn eersten en eenigen, in 1904 verschenen, bundel verzen. Ook elders in deze Anthologie vindt men wel dichters, b.v. Georges Rency met ‘Sommeil d'enfant’, Emile Guillaume met ‘À l'absente’, wier afwezigheid men niet zou betreurd hebben. Maar bij zulk een overvloed van werkelijke poëzie en merkwaardige verskunst neemt men ook zulk werk van minder beteekenis op den koop toe, zonder er zich veel aan te ergeren.
Ook aan dit deel geven de met groote zorg verzamelde aanteekeningen betreffende elken dichter en de vaak zeer karakteristieke, gefacsimileerde autografen een bijzondere waarde.