Bibliographie.
Woordenboek der Nederlandsche Taal. Zesde deel. Achtste aflevering. Houden-Humeur. Bewerkt door Dr. A. Beets met medewerking van Dr. J.A.N. Knuttel. - 's-Gravenhage en Leiden, Martinus Nijhoff en A.W. Sijthoff. 1907.
Omdat hij zoo zonder drukte, zonder dat er reclame voor gemaakt wordt zijn gang gaat, loopt de arbeid der bewerkers van het Woordenboek der Nederlandsche Taal gevaar, niet die aandacht, niet die belangstelling te wekken, welke hij verdient.
Er moet door de redactie wel ernstig, zonder ophouden en naar een goede methode gewerkt worden, dat zij in staat is zoo geregeld de eene belangrijke aflevering na de andere het licht te doen zien. Nadat er in 1906 niet minder dan vijf afleveringen verschenen waren, waarvan twee bewerkt door Dr. A. Kluyver, twee door Dr. G.J. Boekenoogen, met medewerking van Dr. J. Heinsius, en ééne door Dr. A. Beets, hebben in het loopende jaar reeds weer twee afleveringen het licht gezien, ééne bewerkt door Dr. Heinsius en ééne door Dr. Beets met medewerking van Dr. J.A.N. Knuttel.
Deze laatste, de 8e aflevering van het 6e deel, loopende van Houden tot Humeur, is buitengewoon belangrijk. Getuigen de twintig kolommen, gevuld met Hout in zijn verschillende beteekenissen en samenstellingen, waarbij een zeer groot aantal spreekwijzen gevoegd zijn waarin het woord hout voorkomt, reeds van een verbazende eruditie, men duizelt bij de gedachte aan hetgeen er voorbereid en verzameld is moeten worden aleer het gedeelte kon worden afgedrukt dat, in 57 kolommen, gewijd is aan Huis in zijn verschillende beteekenissen en verbindingen, ook alweer met een schat van voorbeelden en spreekwijzen toegelicht en opgeluisterd.
En welk een aardige woorden treft men er in aan, die, buiten dienst gesteld, nog levend en teekenend genoeg zijn om in het hedendaagsche Hollandsch nog dienst te kunnen doen. Bijvoor-